gerelateerde werken
Cinq hymnes : for mixed choir, 2 pianos and percussion, 1987/88 / Ton de Leeuw
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en instrumenten; Gemengd koor
Bezetting:
GK4 2pf ; GK4 ; GK4 2pf 2perc ; GK6 ; GK4 2pf 2perc
Psalm 23 : opus 41, voor gemengd koor en orgel (harp, piano), 1990 / Wim Brandse
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en orgel; Gemengd koor en piano; Gemengd koor en instrumenten
Bezetting:
GK6 org/hp/pf
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en instrumenten; Gemengd koor en piano
Bezetting:
bar GK4 (fl ob(eh) cl fg h ad lib.) pf
Lamento pacis I : for choir and instruments / on texts of Erasmus, Ton de Leeuw
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en instrumenten
Bezetting:
4sopr 4alt 4ten 4bas 2perc 2vl 2vla 2cb
compositie
Lamento pacis II : for choir and instruments / on texts of Erasmus, Ton de Leeuw
Overige auteurs:
Erasmus, Desiderius
(Tekstdichter/librettist)
Leeuw, Ton de
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): (Première: 14 juni 1969 - NCRV Vocaal Ensemble en Slagwerkgroep Amsterdam o.l.v. Marinus Voorberg - Holland Festival) - Querela Pacis werd door Erasmus in 1517 voltooid. Deze Klacht van de Vrede geeft ons een frappant beeld van de onrustige politieke situatie in die jaren. Het bevat een groot aantal aanklachten tegen vrijwel alle leidende personen en instellingen uit het politieke, maatschappelijke en religieuze leven, en culmineert in een oproep tot werkelijke vrede, die in zijn machteloosheid even pathetisch aandoet als overeenkomstige pleidooien uit onze tijd. Niets in het oeuvre van Erasmus kan daarom beter een brug slaan naar onze eigen tijd. Deze tekst diende als basis voor een compositie voor 16-stemmig koor en 9 instrumentalisten. Gebruik werd gemaakt van slechts enkele, geselecteerde fragmenten uit deze tekst. Het ging me daarbij meer om de ideële inhoud dan om de directe verstaanbaarheid ervan. Dit laatste wordt vrijwel uitgesloten doordat het koor de oorspronkelijke
Latijnse versie handhaaft, en door de complexe wijze van tekstbehandeling. De compositie heeft drie delen, die in karakter zeer van elkaar verschillen (ze kunnen ook afzonderlijk worden uitgevoerd). Het tweede deel wordt gevormd door vier ruimtelijk gescheiden groepen, ieder op zich uiteraard kleiner van omvang dan in het eerste deel. In feite werd dit deel het eerste gecomponeerd, en wel direct na een reis naar Japan, waar vooral een nadere kennismaking met het Noh-theater een overweldigende indruk achterliet. Middeleeuws-Japanse technieken zijn hier versmolten met hedendaagse westerse concepties. Dit deel - dat aan de uitvoerders de hoogste eisen van concentratie stelt - is daarom een hommage aan Zeami, één van de grote stichters van het Noh-drama. - TON DE LEEUW