componist
Ton de Leeuw (16 november 1926, Rotterdam) ontwikkelt zich tot één van de belangrijkste Nederlandse componisten van de 20ste eeuw. Zijn vroege inspiratiebronnen zijn Béla Bártòk en Willem Pijper. Na ...
gerelateerde werken
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
pf
Winterse bomen : uit "Kinderen tekenen", gemengd koor a cappella, 1977 / Nico Schuyt
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor
Bezetting:
GK4
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor
Bezetting:
GK
Het boertje van Heemstede : gemengd koor / [tekst] (Nicolaas Beets), Henri C. van Praag
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor; Vocaal ensemble (2-12)
Bezetting:
sopr alt ten bas / GK4
compositie
Lamento pacis III : for choir and instruments on texts of Erasmus / Ton de Leeuw
Overige auteurs:
Erasmus, Desiderius
(tekstdichter/librettist)
Ockeghem, Johannes
(op een thema van)
Toelichting:
Program note (Dutch): (Première: 14 juni 1969 - NCRV Vocaal Ensemble en Slagwerkgroep Amsterdam o.l.v. Marinus Voorberg - Holland Festival) - Querela Pacis werd door Erasmus in 1517 voltooid. Deze Klacht van de Vrede geeft ons een frappant beeld van de onrustige politieke situatie in die jaren. Het bevat een groot aantal aanklachten tegen vrijwel alle leidende personen en instellingen uit het politieke, maatschappelijke en religieuze leven, en culmineert in een oproep tot werkelijke vrede, die in zijn machteloosheid even pathetisch aandoet als overeenkomstige pleidooien uit onze tijd. Niets in het oeuvre van Erasmus kan daarom beter een brug slaan naar onze eigen tijd. Deze tekst diende als basis voor een compositie voor 16-stemmig koor en 9 instrumentalisten. Gebruik werd gemaakt van slechts enkele, geselecteerde fragmenten uit deze tekst. Het ging me daarbij meer om de ideële inhoud dan om de directe verstaanbaarheid ervan. Dit laatste wordt vrijwel uitgesloten doordat het koor de oorspronkelijke
Latijnse versie handhaaft, en door de complexe wijze van tekstbehandeling. De compositie heeft drie delen, die in karakter zeer van elkaar verschillen (ze kunnen ook afzonderlijk worden uitgevoerd). Aan het begin van het derde deel vormen alle uitvoerders één gesloten groep. Door ruimtelijke spreiding der musici vindt een geleidelijke ontbinding plaats, die uitmondt in een complete ruimtelijke desintegratie. Op dat moment zijn alle uitvoerders als geïsoleerde individuen over de ruimte verspreid, en zingen - ieder voor zich - nog slechts brokstukken van de vroegere muziek. Dit deel begint met een letterlijk (ritmisch) citaat uit de Missa Mi-Mi van Ockeghem, dat een indicatie is voor de derde hommage in deze compositie, te weten aan Johannes Ockeghem, grootmeester der polyfonie, een oudere tijdgenoot van Erasmus. - TON DE LEEUW