gerelateerde werken
Sonate : voor viool en piano, 1977 / Tristan Keuris
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Viool en toetsinstrument
Bezetting:
vl pf
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en orkest
Bezetting:
bar-solo 2fl ob eh 2cl 2fg 2h timp perc hp str
Trois chansons des maquisards condamnés : pour baryton ou alto et orchestre / Daniel Ruyneman
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en orkest
Bezetting:
alt/bar 2332 2220 timp perc hp str
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en orkest
Bezetting:
sopr 2222 2220 str
compositie
Three Michelangelo songs : for mezzo-soprano and orchestra / Tristan Keuris
Overige auteurs:
Michelangelo
(Tekstdichter/librettist)
Keuris, Tristan
(Componist)
Bevat:
O notte, dolce tempo
Sulla morte di Cecchino Bracci
Di morte certo
Toelichting:
Program note (Dutch): (Première: 21-3-1991 - Musis Sacrum, Arnhem - Jard van Nes, Gelders Orkest o.l.v. Lucas Vis). Een recensent van NRC Handelsblad beloonde mij in december van het afgelopen jaar [1990] met twee, welhaast juichende kritieken. De eerste gold mijn stuk voor koor en 15 instrumenten To Brooklyn bridge; de tweede de Intermezzi voor negen blazers. Vooral het slot van de tweede recensie trof mij: "Keuris' Intermezzi smoren wat snel in de hoorns (...) maar het zijn in ieder geval heel inhoudsvolle schetsen geworden". Mijn verbazing was enorm, hoe kon deze man raden dat het hier inderdaad schetsen betrof, juist het eerste en het laatste "wat snel in de hoorns smorende" deel. Het was inderdaad van meet af aan mijn plan geweest meer met het gebruikte materiaal te doen, ik had dit echter voor mijzelf gehouden. In de tijd dat ik de Intermezzi schreef waren de afspraken voor een werk voor mezzosopraan en orkest al gemaakt. Al waren de teksten nog niet gevonden, het was mijn voornemen een stuk te
schrijven waarin wat weemoedige afscheidsgebaren een belangrijke rol zouden gaan spelen. Toen ik op de Michelangelo sonnetten stuitte, zag ik bij het sonnet "O notte dolce tempo" onmiddellijk de mogelijkheid de genoemde intermezzi als basis te gebruiken. Een prettige werkwijze; de muziek heeft al een richting en ik moest de zangstem als het ware door de gedeeltelijk reeds bestaande muziek heen zien te vlechten, een totaal andere instrumentatie maken en nieuwe verbindingen leggen. Een manier van werken die mij bij het schrijven van To Brooklyn bridge (mijn eerste vocale werk) ook al zo was bevallen. Een van de grote gevaren van het werken met teksten is naar mijn idee dat de dichter de componist zijn ritmiek opdringt. Bij het schrijven van een fragment heb ik dan ook getracht eerst de muziek te schrijven die mij qua sfeer het meest toepasselijk leek, om daarna pas aan de exacte tekstplaatsing en timing te gaan werken. Bij het tweede deel "Sulla morte de Cecchino Bracci" is het
openingsritme van de tekst een impuls geweest, maar ook niet meer dan dat. Voor de rest heb ik dezelfde werkwijze gevolgd. Bij het laatste sonnet voelde ik een breuk tussen de klacht van de dichter en zijn welhaast uitzonderlijke religieuze houding. Het kwam mij voor dat hij zichzelf kennelijk boven al die arme zondaars stelt, zich kortom niets meer aantrekt van die toch maar niet deugende wereld, zelf waande hij zich kennelijk al veilig. Hoe het ook zij, een helemaal eerlijke indruk maakte het niet op mij. Muzikaal was het echter zeer aantrekkelijk; ik ben dan ook zonder schroom met de stemmingen van het sonnet meegegaan. - TRISTAN KEURIS