gerelateerde werken
Fusion à six : symphonic music for string quartet, bass clarinet and piano, 1980 / Joep Straesser
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Blaas en strijk en toetsinstrument(en)
Bezetting:
cl-b 2vl vla vc pf
Five Senses in Love : Version for orchestra / Chiel Meijering
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
picc fl 2ob 2cl 2fg 2trp 2trb perc mar pf str
Toccata voor orkest : opus 84, -1973- / Géza Frid
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
3223 4331 8-5perc cel 2hp str
Transformation : for orchestra, 1972 / Tera de Marez Oyens
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
fl(pic) ob cl fg 2h trp trb 6perc xyl cel hp pf str(16.14.12.10.8.)
compositie
Symphony III : for orchestra, 1991/1992 / Joep Straesser
Overige auteurs:
Straesser, Joep
(Componist)
Bevat:
Sinfonia
Tombeau
Riflessione e scherzo -
Finale
Toelichting:
Program note (Dutch): (Première: 20-2-1993 - Concertgebouw, Amsterdam - Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. Edo de Waart) - Mijn Symphony III neemt ten opzichte van de eerste en tweede symfonie in een bepaald opzicht een tussenpositie in. De eerste symfonie Tableaux vivants uit 1988 is geheel gebaseerd op muziek uit mijn opera Über Erich M.. De tweede symfonie Symphony for strings uit 1989 daarentegen kent slechts 'eigen' muziek. De Symphony III laat in de delen 1 en 4 'eigen' muziek horen, terwijl de delen 2 en 3 zijn gebaseerd op eerder gecomponeerd werk. Het tweede deel Tombeau, waaraan geen houtblazers deelnemen, is gebaseerd op het derde deel uit Quintuplum voor 5 koperblazers (1988) en het derde deel Scherzo is een orkestrale - en dus geheel instrumentale visie op het derde deel uit de cyclus An die Musik (1991) voor mezzosopraan en strijkkwartet op teksten van Rainer Maria Rilke. ! In Symphony III nu heb ik deze 'interne' herhalingstechniek, waarbij het dus gaat om het werken met het materiaal dat
binnen het stuk zelf ontstaat, gecombineerd met een 'externe' herhalingstechniek, waarbij het gaat om muziek die 'van buiten' (dus uit andere stukken) komt. Dat levert weer interessante mogelijkheden op in die zin dat 'oud' materiaal dat in een andere context komt te staan met 'nieuw' materiaal kan worden gecombineerd. Het is hier overigens wel van belang op te merken dat een dergelijke manier van werken in eerste instantie vooral interessant is voor de componist zelf. Een publiek dat de oorspronkelijke context van het oude materiaal niet kent zal de muzikale gang van zaken uitsluitend op zichzelf kunnen beoordelen. De reden dat ik in de derde symfonie, naast de interne herhalingstechniek ook voor de externe heb gekozen heeft te maken met het feit dat ik er van op de hoogte was dat mijn stuk op het programma zou worden gecombineerd met de vierde symfonie van Gustav Mahler. Zoekend naar een of andere 'link' met Mahlers werk kwam ik op het idee om, evenals hij in vooral zijn eerste
Lieder eines fahrenden Gesellen maar ook in zijn vierde Antonius von Padua Fischpredigt heeft gedaan, elementen uit ander werk te gebruiken. Ook Mahler moet zich trouwens hebben gerealiseerd dat de Lieder eines fahrenden Gesellen bij vroegere uitvoeringen van de eerste symfonie voor grote delen van het publiek niet bekend waren, zodat ook in dat geval de muzikale werking van het 'oude' materiaal alleen op zich beoordeeld kon worden. - JOEP STRAESSER