gerelateerde werken
For Good : for fluteband, 1991 / Jelle Hogenhuis
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Fluitorkest
Bezetting:
pic 6fl 2fl-a 2fl-b fl-cb
Earthly Chants : for six contrabass flutes / Ned McGowan
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Fluitorkest
Bezetting:
6fl-cb
Naruto Strait (Naruto-kaikyo) : for flute ensemble / Ned McGowan
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Fluitorkest
Bezetting:
2picc(fl) 4f 3fl-a 2fl-b fl-cb
From both sides : for percussion ensemble and drum corps, 1996 / Gert Bomhof
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Slagwerk
Bezetting:
5perc 5drum
compositie
For Good : for fluteband, 1991 / Jelle Hogenhuis
Overige auteurs:
Hogenhuis, Jelle
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): For Good opent met het etaleren van het 'nieuwe geluid' in fluitland: de lage instrumenten maken een sinistere kleur waartegen een paar maten later de piccolo schril afsteekt. De piccolo zal overigens in het hele stuk een soort outsider-rol (wat mij betreft: solistische) vervullen. Na deze introductie zetten de gewone fluiten in (34). Melodie en harmonie zijn in dit gedeelte bijna niet te scheiden. Het heeft de werking van een melodie in een zeer galmende ruimte. Hierna komen de twee groepen tot elkaar (51) en sluiten de langzame inleiding af. In maat 57 begint het snelle deel met een canonisch gedeelte leidend naar een climax in maat 64. Hierna volgt een zenuwachtig en snel gedeelte, een grotendeels eenstemmig, van hot naar haar springende lijn die als in een estafette van het ene instrument naar het andere wordt doorgegeven. Dit ontlaadt zich uiteindelijk in een jazz-achtige deun in maat 111, waarna de zaak min of meer ontploft in een wirwar van sissende en waaiende geluiden.
Het stuk komt hier even tot stilstand. De lage instrumenten pakken de draad weer op door het materiaal wat al in maat 37 was geƫxposeerd hier in een lage variant te herhalen (128). De andere fluiten gaan meedoen, er ontstaat een quasi aleatorische brei, langzaam stijgt de hele zaak ten hemel waarna alleen nog fluistertonen overblijven die de achtergrond gaan vormen voor de piccolo die voort meimert op motieven uit het openingsgedeelte (154). Ook nu komt de zaak even tot stilstand. Het slot wordt gevormd door een verkorte herhaling van het snelle deel wat weer resulteert in de jazz-deun. Nog even een hulpkreet van de piccolo, ditmaal unisono met de contrabasfluit (!), slot. - JELLE HOGENHUIS