componist
Jan Vriend is van meet af aan een muzikale alles-eter die een uitgesproken modernistische benadering combineert met een open oor en oog voor het belang en de noden van een ...
gerelateerde werken
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Andere combinaties van strijkers en toetsinstrument
Bezetting:
pf vl vla vc cb
Mignon : ballade voor alt en orkest, 1884 / Alphons Diepenbrock
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en orkest
Bezetting:
alt 0232 4000 str(vl vla vc)
Gedächtnislieder : für eine Singstimme mit Orchester, (1972) / Hans Kox
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en orkest
Bezetting:
high 0210 4000 12vl 8vla
Aus Goethe’s Faust : for orchestra, organ, choir and soloist / Julius Röntgen
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en orkest
Bezetting:
sopr ten bar bas GK4 picc 2fl 2ob 2cl(cl-b) 2fg 4h 3trp 3trb tb hp pf org timp 2perc str
compositie
Three songs : for (mezzo) soprano and orchestra, 1991 / poems by Paul Celan, Jan Vriend
Overige auteurs:
Celan, Paul
(tekstdichter/librettist)
Debussy, Claude
(op een thema van)
Bevat:
Chanson einer Dame im Schatten
Zu beiden Händen
Oben, geräuschlos (Hommage)
Toelichting:
Program note (Dutch): De 3 Songs voor sopraan en orkest zijn geschreven in opdracht van The New Stroud Orchestra waar ik van 1988 tot 1993 dirigent van was. Ze waren dus ontworpen voor een amateur symfonie orkest en de muziek is dan ook zo ingericht dat het in de praktijk van zo'n orkest kan worden ingestudeerd. Dat heeft niet tot "concessies" geleid; integendeel, het werd de inspiratie tot een ander soort muziek. De 3 Songs worden voorafgegaan door een orkest-ouverture De origen volcánico die eveneens voor dat orkest werd geschreven.
De keuze van de teksten worden ingegeven door mijn liefde voor Celans gedichten en door de melodische flexibiliteit van zijn versvoeten die bijna vanzelf de muziek dicteert. Daarbij komt dat zijn woordkeus en metaforen een bijzonder intrigerend beroep doen op de verbeelding, net als bij Lorca. We worden voortdurend heen en weer getrokken tussen uitersten van ontroerende tederheid tot snijdend sarcasme; van de kwetsbaarheid van liefde en begrip tot de doodskreet van doem en wanhoop.
Ik heb in de handeling van de tekst bijna de natuurlijke dictie van het Duits gevolgd, in de traditie van Debussy. De grote Fransman krijgt dan ook een eervolle vermelding bij de aanhef van het derde lied. - JAN VRIEND