componist
“I am a Dutch composer born, raised and educated in Argentina”, is Carlos Micháns’ favourite answer when asked about his nationality. Born in Buenos Aires in 1950 into a family ...
gerelateerde werken
Le cortège d'Orphée : voor gemengd koor en accordeonorkest, 1993, revisie 1995 / Carlos Micháns
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en groot ensemble
Bezetting:
GK4 accordion-orchestra
Syntagma : concerto for violin and small orchestra, 1989-1991 / Wim Laman
Genre:
Orkest
Subgenre:
Viool en groot ensemble
Bezetting:
fl(pic) ob eh cl cl-b fg cfg 4h trp trb tb 2perc 4vl 4vla 4vc cb vl-solo
1st Violin Concerto : for violin with delay and ensemble, 1991/1992 / Hanna Kulenty
Genre:
Orkest
Subgenre:
Viool en groot ensemble
Bezetting:
1010 2sax 2121 perc pf el.g g-b vl-solo
Possible Places : for violin solo and ensemble / Dmitri Kourliandski
Genre:
Orkest
Subgenre:
Viool en groot ensemble
Bezetting:
vl-solo fl-a fl-b eh cl-b cl-cb cfg 2tpt trb tb perc gt hp pf 2vn 2vla 2vc db
compositie
Concerto da camera : for violin and chamber ensemble, 1993 / Carlos Micháns
Bevat:
Prologo (Largo assai)
Allegro energico
Molto calmo e misterioso
Allegro intrepido
Toelichting:
Program note (Dutch): Het eerste deel (Prologo) van dit Concerto, dat de thematische kern van het hele werk vormt, is in augustus van 1992 ontstaan, als muziek voor dans die, in enkele uren geschreven, zelfs enkele uren later gerepeteerd en uitgevoerd moest worden. Niets echter, of nauwelijks iets, werd later veranderd. Zowel de eenvoudige vioollijn als de rest van de uiterst sobere bezetting leken de nodige elementen te bevatten die ik voor het begin van het Concerto zocht. De korte, langzame opening laat enkele van deze elementen horen, die gedurende de hele compositie terug te vinden zijn, al dan niet gecombineerd met de eigen motieven van elk afzonderlijk deel. Er ontstaat op deze manier een rijke maar compacte doorwerking van het materiaal, waar het wisselen van bezetting en dynamiek een belangrijke functie vervult. Hoewel de viool, door zijn centrale positie, een overheersende rol speelt, is het ensemble ver van alleen maar ondergeschikt aan de bewegingen van de solist. De bezetting leent zich
uitstekend voor een concertante behandeling, waarvan meerdere solo's en quasi-solistische passages, vooral door slagwerk en houtblazers, getuigen. De algemene structuur van het werk, langzaam-snel-langzaam-snel, lijkt op die van menig barokconcert. Het idioom van dit Concerto da Camera is echter geheel eigentijds en probeert op geen enkele manier te verwijzen naar oude of neo-klassieke modellen. - CARLOS MICHÁNS