gerelateerde werken
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
pf
Grand slam : opus 28, for accordion, 1986 / Leo Samama
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Accordeon
Bezetting:
acc
Modal music : accordion, 1978-'79 / Ton de Leeuw
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Accordeon
Bezetting:
acc
Genieting V : for accordion / Willem Boogman
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Accordeon
Bezetting:
accordion
compositie
Bilder für Akkordeon : 1994 / Joep Straesser
Overige auteurs:
Straesser, Joep
(Componist)
Bevat:
Schatten
Ein Teppich
Im Garten
Winternacht
Letzter Bericht
Toelichting:
Program note (Dutch): (Première: 17 april 1995 - De IJsbreker Amsterdam - Astrid in 't Veld).
Mijn eerste compositie voor accordeon-solo, Fresh air (1991) is een vrij groot opgezet werk met vier forse delen en van een hoge moeilijksgraad. Bilder kan men ten opzichte van Fresh air beschouwen als een antipode; het stuk duurt korter, 14 minuten tegenover 18, het bezit vijf beknopte delen en is aanmerkelijk makkelijker te spelen, wat overigens nog niet betekent dat het een gemakkelijk stuk is. De delen bezitten titels die wijzen op een programmatische opzet waarbij het overigens niet de bedoeling van de componist is om bepaalde onderwerpen in muziek uit te beelden - iets dat trouwens praktisch onmogelijk is - maar om bepaalde buitenmuzikale gegevens te gebruiken als uitgangspunten voor muzikale ideeën; men zou kunnen spreken van vrije associaties in muziek. Het basismateriaal van het eerste deel, Schatten, bestaat uit snelle, forte gespeelde figuren voor de rechterhand waarvan enkele laatste tonen in de linkerhand "stollen" tot akkoorden, piano, en daarna enige tijd blijven
doorklinken als een soort verticale echo van wat er in horizontaal opzicht is gebeurd. Zoals in de zichtbare werkelijkheid de schaduw een materieloze afspiegeling is van het voorwerp dat hem veroorzaakt, zo is in de muziek het zacht doorklinkende akkoord een bijna "materieloos" gevolg van de heftige melodische beweging die er aan voorafging. Deel twee, Ein Teppich, geeft een impressie van de manier waarop in veel oosterse tapijten de onderliggende schering - continuïteit - voortdurend wordt doorkruist door varianten van een bepaalde decoratieve figuur. Het middendeeltje is geïnspireerd door een aspect van de techniek van het (hand)weven waarbij het weefsel van tijd tot tijd een aantal malen wordt aangeslagen met een kleine kam om stevigheid te verkrijgen. Het zou in het kader van deze toelichting te ver voeren om alle associatieve geheimen van de componist uitgebreid uit de doeken te doen. Sommige - deel 4! - liggen trouwens zozeer voor de hand dat de luisteraar ze zelf wel kan raden.
Opgemerkt moet nog worden dat in de coda van deel vijf basismateriaal van de delen een en drie terugkeren waardoor een zekere verwantschap tussen deze delen wordt gedemonstreerd. De delen twee en vier staan meer op zichzelf. - JOEP STRAESSER