componist
Martijn Voorvelt is autodidact componist. Zijn kamermuziek- en muziektheaterwerken zijn uitgevoerd in vele landen, en op festivals zoals de Gaudeamus Muziekweek en de ISCM World Music Days. De laatste jaren ...
gerelateerde werken
Raging, building : for violin and piano, 1994, revision 1995 / Martijn Voorvelt
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Viool en toetsinstrument
Bezetting:
vl pf
Ode to the Dryads : for piano and violin / Chiel Meijering
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Viool en toetsinstrument
Bezetting:
pf vl
Stringed attrition : for violin and piano, 1986 / Herman van Dam
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Viool en toetsinstrument
Bezetting:
vl pf
Sonatensatz : for violin and piano / Leon Rusanovsky
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Viool en toetsinstrument
Bezetting:
vn pf
compositie
Raging, building : for violin and piano, 1994, revision 1995 / Martijn Voorvelt
Toelichting:
Geïnspireerd door een lezing van de Engelse componist Nigel Osborne, die regelmatig in Sarajevo verblijft om steun te verlenen aan Bosnische kunstenaars. Hij schetste een situatie waarin deze kunstenaars een manier hebben gevonden om een krachtige, betekenisvolle en volledig nieuwe kunst te creëren, als een feniks herrijzend uit de (materiële en emotionele) brokstukken van de oorlog. Voor hen is deze kunst van groot belang: hij bevestigt hun identiteit. Het destructieve woeden (raging) van het vuur van de oorlog wordt dus omgezet in een constructief woeden (building). 'Vuur' verwijst zowel naar de oorlog (negatief) als naar het 'innerlijk vuur' van de mensen (positief). In het eerste deel tracht de muziek een identiteit op te bouwen met minimale middelen (de toon d), vooruitgestuwd door piano-akkoorden. Deze identiteit wordt keer op keer de kop ingedrukt door verwoestende krachten. De climax van het woeden is een sirene-achtig glissando omlaag en omhoog (tevens de v van victory; overigens ook de eerste letter van mijn achternaam), waarna het opbouwen opnieuw begint, nu met brokstukken (met name een motiefje van vier noten) die het oorlogsgeweld heeft achtergelaten. Deze elegie, die dan ontstaat, symboliseert voor mij niet alleen de rouw en de onnoemelijke desillusie, maar boven alles de overlevingsdrang, de wil om te creëren en de esthetiek die ondanks alles in ons blijven bestaan. - MARTIJN VOORVELT