gerelateerde werken
Danceformed fugue : for string trio and ad libitum tape/electronics, 1994 / Martijn Voorvelt
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Strijktrio (viool, altviool, cello); Elektronica met verschillende instrumenten; Strijktrio (viool, altviool, cello) met multimedia
Bezetting:
vl vla vc (tape/electronics ad lib.)
Sonate : viool, piano, 1952 / Hans Kox
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Viool en toetsinstrument
Bezetting:
vl pf
Sonate no. I : voor viool en piano / Guillaume Landré
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Viool en toetsinstrument
Bezetting:
vl pf
Hymne voor viool en piano : 1898 / Alphons Diepenbrock
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Viool en toetsinstrument
Bezetting:
vl pf
compositie
Raging, building : for violin and piano, 1994, revision 1995 / Martijn Voorvelt
Overige auteurs:
Voorvelt, Martijn
(Componist)
Toelichting:
Geïnspireerd door een lezing van de Engelse componist Nigel Osborne, die regelmatig in Sarajevo verblijft om steun te verlenen aan Bosnische kunstenaars. Hij schetste een situatie waarin deze kunstenaars een manier hebben gevonden om een krachtige, betekenisvolle en volledig nieuwe kunst te creëren, als een feniks herrijzend uit de (materiële en emotionele) brokstukken van de oorlog. Voor hen is deze kunst van groot belang: hij bevestigt hun identiteit. Het destructieve woeden (raging) van het vuur van de oorlog wordt dus omgezet in een constructief woeden (building). 'Vuur' verwijst zowel naar de oorlog (negatief) als naar het 'innerlijk vuur' van de mensen (positief). In het eerste deel tracht de muziek een identiteit op te bouwen met minimale middelen (de toon d), vooruitgestuwd door piano-akkoorden. Deze identiteit wordt keer op keer de kop ingedrukt door verwoestende krachten. De climax van het woeden is een sirene-achtig glissando omlaag en omhoog (tevens de v van victory; overigens ook de eerste letter van mijn achternaam), waarna het opbouwen opnieuw begint, nu met brokstukken (met name een motiefje van vier noten) die het oorlogsgeweld heeft achtergelaten. Deze elegie, die dan ontstaat, symboliseert voor mij niet alleen de rouw en de onnoemelijke desillusie, maar boven alles de overlevingsdrang, de wil om te creëren en de esthetiek die ondanks alles in ons blijven bestaan. - MARTIJN VOORVELT