componist
Het werk van Peter-Jan Wagemans behoort tot de Rotterdamse School, samen met dat van Otto Ketting en Klaas de Vries. In een gesprek met Emile Wennekes omschrijft Wagemans de Rotterdamse ...
gerelateerde werken
24 capriccio's voor viool solo
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Viool
Bezetting:
vl
Genre:
Orkest
Subgenre:
Groot ensemble (12 of meer spelers)
Bezetting:
fl-solo ob-solo cl-solo flgn 2sax-s 2 sax-a 2sax-t sax-b 3trp 3h 3trb 2tb-t 2tb-b timp perc
Sinterklaas bestaat niet : in memoriam W.F. Hermans, voor ensemble, 1996 / Hans Koolmees
Genre:
Orkest
Subgenre:
Groot ensemble (12 of meer spelers)
Bezetting:
1000 3sax 1330 pf cb
Axis / Ashes : for ensemble, 2005-2006 / Willem Boogman
Genre:
Orkest
Subgenre:
Groot ensemble (12 of meer spelers)
Bezetting:
fl 3sax h 3trp 3trb pf cb
compositie
Panthalassa : Symfonie no. 6, for large wind orchestra, 1994 / Peter-Jan Wagemans
Bevat:
...
Les très riches heures de Jean, Duc de Berry
Energico
Dolce, espressivo
The holy shroud
Allegro
Toelichting:
Program note (Dutch): [Première: 21 mei 1995 - Muziekcentrum Vredenburg - Harmonieorkest van het Rotterdams Conservatorium o.l.v. Arie van Beek] - Meer dan 200 miljoen jaar geleden was er maar één continent op aarde en één zee. Het land heette Pangaea en de zee Panthalassa (Alzee). Langzamerhand brak dit land op in verschillende stukken die nu de huidige continenten vormen. De zee Panthalassa werd versnipperd tot de vele zeeën die we nu kennen. Al geruime tijd droomde ik ervan een werk te schrijven dat uit verschillende talen zou bestaan, die samen de moedertaal zouden vormen. De structurele ontwikkeling vindt plaats in de deeltaal om het dramatisch verloop van de muziek niet te storen. De confrontatie van de deeltalen verloopt zelf verhalend, de verschillende deeltalen werken op elkaar in als figuren in een roman. Ik realiseerde mij al werkend aan Panthalassa, dat ik de uitgangspunten van een sinfonie aan het ontdekken was. Kennelijk is de sinfonische vorm zo karakteristiek voor de westerse klassieke
muziek, dat ook een post-modernistisch uitgangspunt er heel natuurlijk een plaats vindt. Het stuk zou ook in de lijn van de door mij al gecomponeerde 'Muzieken' Muziek VI kunnen heten. Ik verkoos 6e Symfonie omdat ik mij realiseerde dat Muziek 1-4 en mijn vroegere sinfonie alleen voortzettingen van de sinfonische vorm zijn. Panthasassa bestaat uit 6 delen. Het eerste deel is als een stedelijk labyrint. Het bestaat uit een groot aantal uitgangspunten, die los van elkaar worden geïntroduceerd, maar spoedig pogingen doen tezamen een grote kathedraal van geluid te vormen. De klarinetsoli markeren een aantal belangrijke plekken, het zijn cadensachtige stukken. Het tweede en vijfde deel staan los van de sinfonische vorm en spelen met het verleden. Het tweede deel heet 'Les très riches heures de Jean, Duc de Berry'. Het is een visioen van een middeleeuwse kroeg waarin middeleeuwse jazzmuziek wordt gespeeld. De middeleeuws klinkende muziek is gemaakt op basis van een intervalspel dat enige
verwantschap heeft met de muziek van De Machaut, maar ook met mijn orkestwerk Rosebud. Het derde en vierde deel vormen het hart van de sinfonie. Aansluitend zijn zij het scherzo en het langzame deel. Het scherzo, dat (zoals in de traditie) uiteenvalt in drie delen is als een dolle, angstaanjagende rit in de achtbaan. In het tweede deel verheft zich moeizaam een koraal, dat weer met kracht door de volgende muziek aan diggelen wordt geslagen. Het Adagio is een lied voor bassethoorn en klein ensemble.Het vijfde deel is opgedragen aan de heilige lijkwade van Turijn. Deze lijkwade is een raadsel. Hoewel nooit bewezen zal kunnen worden dat het de lijkwade van Jezus zelf was, wijzen veel tekenen in die richting. Toch werd het kort geleden officieel als een vervalsing bestempeld door het Vaticaan. De geschiedenis van dit doek is voor mij een metafoor voor het leven zelf; want wat is authentiek. Als ik mij door een vervalsing (wat lang niet vaststaat) dichter bij mijn religiositeit gebracht
voel, wordt dan de vervalsing echt, of de gevoelens vals? De muziek is gebaseerd op een fragment uit een mis van Palestrina, met vele enharmonische veranderingen die als het ware een grondlaag vormt waarop mijn eigen muziek met een dunner penseel is aangebracht. Het zesde deel valt in drie stukken uiteen. In het eerste stuk wordt materiaal uit het 1e deel opnieuw gebruikt, maar er zijn twee nieuwe elementen: een opgewonden trompetmelodie en een passage waarin alle instrumenten alleen de witte toetsen van de piano gebruiken: ze vormen samen een diatonisch cluster. Het tweede stuk wordt gevormd door een klarinetsolo, een verdere ontwikkeling van de zes solotrompetten en een antwoord van het hele ensemble: een heftige en plompe dans naar de afgrond. Het derde stuk grijpt terug naar het 5de deel: de mystieke muziek van dit deel voert langzaam naar een totaalklank, die een uitbeelding is van de oerzee. - P.-J. WAGEMANS