gerelateerde werken
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Orgel
Bezetting:
org
Spåra : 1984 / Klas Torstensson
Genre:
Orkest
Subgenre:
Groot ensemble (12 of meer spelers)
Bezetting:
0000 sax-a sax-t sax-t(panfl) 0000 4perc(panfl) 2g-b g-b(panfl) 2el.pf electronics
Concertino : for piano, strings and percussion / Adam Lukawski
Genre:
Orkest
Subgenre:
Groot ensemble (12 of meer spelers)
Bezetting:
pf perc str
Volkskrant contrapunt : for large ensemble, 1996 / Martijn Padding
Genre:
Orkest
Subgenre:
Groot ensemble (12 of meer spelers); Orkest
Bezetting:
1221 4sax 2220 4perc hp pf synth 2vl vla vc cb / str
compositie
Barrier music : (Little piece of repression), for ensemble, 1995 / Peter Adriaansz
Overige auteurs:
Adriaansz, Peter
(Componist)
Bevat:
Scarcely
Neither
But
Indeed
Oh?
Maybe
Toelichting:
Program note (Dutch): 'Barrier music', oftewel 'Little piece of repression', is in aard een tegendraads en reactionair werk en gaat, zoals de titel het al aangeeft, over onderdrukking. De wens tot onderdrukking is het product van de wens tot onvermogende expressie - een thematiek die, om de een of andere reden, altijd weer opduikt binnen mijn muziek. Onvermogen heeft een natuurlijk en een kunstmatig gezicht: de halve pogingen van een zieke zijn soms aantrekkelijker dan de hele resultaten van een gezonde - maar soms ook juist afstotelijker al naargelang de dispositie van de toeschouwer. Mislukte pogingen van een verzwakte sterkere daarentegen zijn bijna altijd aangrijpend: wat is immers angstaanjagender: iemand die achter een veilig (?) gesloten deur zijn intentie uitschreeuwt jou te willen vermoorden of iemand die zonder aankondiging je daadwerkelijk zeer doeltreffend voor je het weet de hersens inslaat? Of, wat is aangrijpender: de kampioen die onderuit gaat door een losgeraakte veter of de kampioen
die de victorie van zijn zoveelste soepele zege op een rij viert? Hoe stoerder het individu des te krachtiger is zijn verzwakking. 'Barrier music' gaat voornamelijk over deze tweede vorm van onvermogen, hier kunstmatig opgeroepen door het incomponeren van dergelijke "deuren" en geprepareerde "veters". De muzikale vertaling hiervan leidt over het algemeen tot de volgende vormen van repressie, uiteenlopend van onderdrukte dynamiek (intensieve articulatie binnen een te zachte dynamiek, decrescendo op pieknoten) via demping (van begin tot einde een zich constant herhalende progressieve afdemping), de status quo van het materiaal (monolitisch materiaal, zwak van karakter, zonder ontwikkeling), de aard van de materie (dwarse lineariteit) en de onderliggende relaties in de rol van de zogenaamde "onderdrukkerspartijen" in de "continuo-instrumenten": fluit, piano, contrabas) tot in de titel zelf (een groot stuk in formaat, klein gehouden in naam). Deze processen vinden alleen plaats binnen een
zesdelige structuur voorzien van gespreksmatige titels (scarcely, neither, but, indeed, oh? en maybe) die óf duiden op een mogelijke inhoud óf de verhoudingen binnen de spelende partijen aangeven. De delen zeggen in feite op dezelfde manier steeds iets anders, afhankelijk van het doel. De twee slotdelen wijken in zoverre af dat het basismateriaal, na een proces van geleidelijke eenwording, in perspectief wordt gezet en even van een quasi-functionele kant wordt getoond. Het onderdrukken houdt echter stand tot het einde. - PETER ADRIAANSZ