gerelateerde werken
Midare : for marimba, (1972) / Ton de Leeuw
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Slagwerk
Bezetting:
mar
A crossing place : for mezzo-soprano and instrumental ensemble, 1989 / Frank de Munnik
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en groot ensemble
Bezetting:
sopr-m 1121 1110 perc hp pf vl vla vc cb
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en groot ensemble
Bezetting:
ten-c 2perc 2vibr hp 7vl 4vla 2vc cb
Der tolle Mensch : stem en ensemble, 2003 / Maarten Altena
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en groot ensemble
compositie
Three Shakespeare songs : for mezzo-soprano and instrumental ensemble, 1994-1995 / Ton de Leeuw ; on texts by William Shakespeare
Overige auteurs:
Shakespeare, William
(Tekstdichter/librettist)
Leeuw, Ton de
(Componist)
Bevat:
Bevat: 1. Night music
2. No longer mourn
3. But time decays
Toelichting:
Program note (Dutch): (Première: 13-6-1996 - Concertgebouw, Amsterdam - Ensemble InterContemporain o.l.v. David Robertson m.m.v. Rosemary Hardy, sopraan). Song 1 'Night music'. In wisselende beelden roepen tekst en muziek de stilte van de nacht op, de magie van de sterrenhemel en de volmaakte harmonie die er van uitgaat. Dit leidt vervolgens tot een beschrijving van de "muziek der sferen", waarin de altijd weerkerende banen van de hemellichamen ook in de muziek symbolisch worden weergegeven: een klankuniversum, gevormd door om zichzelf roterende toonbewegingen. In een korte epiloog wordt tenslotte gesteld dat wij, in ons aardse bestaan, de hemelse muziek niet kunnen waarnemen. De wisselende karakters in dit sonnet vinden hun weerslag in veelkleurige muzikale verschijningsvormen, als evenzoveel varianten van een steeds gelijkblijvend uitgangspunt. Song 2 'No longer mourn'. In tegenstelling tot de klankrijkdom van het eerste lied heeft de muziek hier een uiterst sobere vormgeving gekregen, en een kleinere bezetting, gedomineerd door de donkere klank van vier koperblazers. De muzikale frasering wordt gescandeerd door simpele, geïsoleerde slagen op de grote trom, terwijl de buisklokken uiteraard de "surly sullen bell" van de tekst oproepen. Deze directheid en elementaire eenvoud vinden we ook terug in de melodische lijnen van de soliste en in de strakke ritmische vormgeving van het totaal, die in de verte doet denken aan de hiëratische dansbewegingen van het Oudjapanse Bugaku. Het leek de componist dat in deze soberheid de weergaloze schoonheid en nostalgie van het sonnet het beste tot uitdrukking konden komen. Song 3 'But time decays'. Een terugkerend thema in Shakespeares' sonnetten: de onverbiddelijk voorbij vliedende tijd, en de hoop dat schoonheid en liefde de menselijke dood zullen overleven. Alweer, zoals in de meeste van mijn werken, staat cycliciteit centraal: steeds terugkerende cycli in steeds andere muzikale verschijningsvormen, als het ware een symbolische weergave van, en overgave aan de kosmische wetten die de natuur lijken te beheersen. Opgenomen in een voortdurend stuwende muzikale beweging drijven de in de tekst opgeroepen beelden voorbij. Pas aanhet slot komt de beweging tot rust en ontvouwt zich de laatste zin "0 none,unless this miracle have might that in black ink my love may still shine bright". - TON DE LEEUW