gerelateerde werken
Fusion à six : symphonic music for string quartet, bass clarinet and piano, 1980 / Joep Straesser
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Blaas en strijk en toetsinstrument(en)
Bezetting:
cl-b 2vl vla vc pf
Double : for violin and piano, 1997 / Michel van der Aa
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Viool en toetsinstrument
Bezetting:
vl pf
Partita : voor viool en piano, opus 30, 1956 / Jan Masséus
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Viool en toetsinstrument
Bezetting:
vl pf
Sonata : violin and piano, 1977 / Daniel Brozak
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Viool en toetsinstrument
Bezetting:
vl pf
compositie
Romance : for violin and piano, 1997 / Joep Straesser
Overige auteurs:
Straesser, Joep
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): Het woord 'Romance' is afgeleid van 'roman' dat oorspronkelijk geen andere betekenis had dan een in de volkstaal (Romaans in de zin van middeleeuws Frans) geschreven episch gedicht. Een dergelijke 'Roman' bestond in feite uit een cyclus van Romances. Aan het eind van de 18de en het begin van de 19de eeuw wordt onder Romance een episch/lyrisch gedicht verstaan dat verwant is aan de ballade.
In de muziek treffen we, vaak zeer oude, Romances aan bij de Spaanse luitmeesters uit de 16de eeuw in de vorm van epische volksliederen. De zuiver instrumentale Romance is zeer waarschijnlijk terug te voeren op de componist Karl von Dittersdorf die de term voor het eerst heeft gebruikt als titel voor het tweede deel van zijn Symfonie in Es uit 1773. In 1781 vinden we de Romance terug bij Mozart als vijfde deel van zijn Gran Partita. Dat de term 'Romance' in die tijd nogal in de mode geweest schijnt te zijn wordt onder andere toegeschreven aan het feit dat de dichter/filosoof Johann Gottfried Herder in 1779 een belangrijke bundel volksliederen heeft uitgegeven waarin een aantal Romances voorkomt. De ontwakende belangstelling voor het volkslied kan men zien als een voorbode van de naderende Romantiek. In de instrumentale muziek staat het begrip 'Romance' eind 18de, begin 19de eeuw voor een stuk met een "zingbare" melodiek en een eenvoudige vorm zoals A-B-A (Mozart). Het genre is, zo men
wil, opgewaardeerd door Beethoven in zijn twee Romances voor viool en orkest opus 40 en 50. In de 19de eeuw "degenereert" de Romance tot een (sentimenteel) liefdeslied of een instrumentaal equivalent daarvan.
Mijn Romance voor viool en piano (uit de bundel Album) gaat, wat betreft de globale opzet, terug naar het type Von Dittersdorf/Mozart, waarbij de vorm wat is uitgedijd tot A-B-A'-B-A". De A-muziek die langzaam is, contrasteert sterk met de snelle en gedreven B-muziek. In tegenstelling tot vroegere Romances worden in ruime mate contrapuntische technieken toegepast als canons, omkeringen en kreeftengangen. Een duidelijke overeenkomst bestaat in het (quasi) zingbare karakter van de melodiek, vooral in de A-delen. - JOEP STRAESSER