gerelateerde werken
Le cortège d'Orphée : voor gemengd koor en accordeonorkest, 1993, revisie 1995 / Carlos Micháns
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en groot ensemble
Bezetting:
GK4 accordion-orchestra
Symphonische suite no. 2 / Jan Pouwels
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
3333 4331 timp perc pf str
3e Sinfonie, opus 19 / C.A. Fodor
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
1222 2200 timp str
Variaties voor orkest : opus 68 / Louis Toebosch
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
2322 2220 timp perc str
compositie
Phoenix : symphonic overture, for orchestra, inspired on texts by Willem Wilmink, 1997 / Carlos Micháns
Overige auteurs:
Micháns, Carlos
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): [Première: 8 oktober 1997 - Muziekcentrum Enschede - Orkest van het Oosten o.l.v. Jurjen Hempel] - "Enschede! Enschede! Enschede!" roept Willem Wilmink aan het einde van zijn Nieuw Enschede uit 1987, alsof hij de naam van de stad, zíjn stad, niet minder dan drie keer kon laten doorklinken. Ook Mika Waltari, in zijn Sinuhe de Egyptenaar verdrievoudigde de naam van de mooiste courtisane die aan de oevers van de Nijl woonde, omdat niemand (ook niet Sinuhe) die haar ooit zag haar minder dan drie keer kon roepen: Nefer - Nefer - Nefer. Maar de vergelijking is gratuit, en toen ik enkele jaren geleden Enschede voor het eerst zag, dacht ik niet aan een mooie courtisane, niet eens aan een bijzonder mooie stad. Wat had ik verder met Enschede te maken, wat betekenden de namen van fabrieken en textielbaronnen uit een voor mij volstrekt onbekend en onbepaald verleden? Niets. En de gedichten van Wilmink, van wie ik nooit had gehoord? Ook niets. Mooi dus, dat muziek en vriendschap voor een band
gingen zorgen. Stap voor stap, stuk voor stuk en over enkele jaren, tot ik op een goede dag en onverwacht de stad Enschede zou proberen te verklanken. En dat zou en zal me nooit echt lukken, het idee alleen is meer dan arrogant. Hoe zou ik in muziek kunnen vertalen wat ik nauwelijks ken? Geen symfonische beschrijving dus, geen fotografische taferelen à la Respighi of Richard Strauss, nee, iets anders. Maar wat? Grappig genoeg, hoewel niet helemaal vreemd, het waren enkele woorden van Wilmink die voor een oplossing zorgden. En uiteraard, de herhaaldelijk uitgesproken, nee, geschreeuwde naam van zijn stad vanuit een reeds na enkele weken vieze en vrij onduidelijke fax-kopie van zijn gedichten die op mijn piano lag. Het was vanzelfsprekend en onvermijdelijk, dus, dat het Enschede-motief (e-()-s-c-h-e-d-e) meerdere malen zou verschijnen in de loop van het stuk, maar eerst drie keer achter elkaar, elke keer door een ander instrument. En ook niet echt verrassend, weliswaar, dat ik in grote,
ruwe lijnen, oftewel in solo's en duetten vol weemoed, bescheiden groepen of methodisch opgebouwde tutti's en uitbarstingen de geschiedenis van Enschede zou trachten te schetsen, haar ontwaken, haar opmars en vervolgens haar teloorgaan, het verdriet van al die grijze, quasi-dode jaren, het ontluiken van een nogal onzekere maar felle, luide toekomst. Niet erg verrassend, nee. Maar het ging uiteindelijk niet om straten, pleinen, kerken, herenhuizen of fabrieken. Het ging om de geest van een stad en haar verhaal, niet echt verschillend van dat van zoveel andere steden van heden en verleden over de hele wereld, die in stilte wachten op het juiste moment om uit de as te herrijzen. Als een Phoenix? Misschien, ik weet het niet, ik heb altijd gehoord dat die vogel niet echt bestaat. Maar Willem Wilmink gelooft het wel, en dat is goed en ook genoeg. En niet alleen voor hem, uiteraard, maar ook voor Enschede. Of niet? - CARLOS MICHÁNS