gerelateerde werken
Sonate : voor piano, 1997 / Edward Top
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
pf
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Gemengd ensemble (2-12 spelers)
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Gemengd ensemble (2-12 spelers)
Bezetting:
4h 3trp 3trb tb perc car
Suite : sopraanblokfluit en klavecimbel of hobo en piano, 1958 / Adriaan Bonsel
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Gemengd ensemble (2-12 spelers); Hobo en toetsinstrument
Bezetting:
rec-s cemb / ob pf
compositie
The stillpoint : for violin and vibraphone, opus 4, 1994/1995 / Edward Top
Overige auteurs:
Top, Edward
(Componist)
Bevat:
In the silent croaking night
As the world turns
A pattern of timeless moments
The point of intersection of the timeless with time
Toelichting:
Program note (Dutch): [Première: 6 april 1995 - De IJsbreker, Amsterdam] - .Basisidee van het stuk is dat de twee instrumenten beiden hetzelfde melodische materiaal spelen, af en toe unisono en meestal in scheve rytmiek onder elkaar gezet. Het stuk heeft vier delen met elk een subtitel.
Het eerste deel (in the silent croacking night) heeft een 'mysterioso' karakter. Het bestaat uit een melodie, gevormd uit een zestonige modus, die een aantal maal in diverse tempi gespeeld wordt. Het tweede deel (as the world turns) is min of meer een unisinomelodie die trapsgewijs in tempo toeneemt. Banale massamediale citaatjes zijn onherkenbaar in de modale klank geïntegreerd. Door middel van een stijgende heletoonstoonladder wordt het derde deel (a pattern of timeless moments), waar deze toonladder een belangrijke rol speelt, bereikt. Zoals de subtitel al zegt is het deel een melodisch patroon van mozaïsche bouwsteentjes met onderling verschillende karakters; langzaam of snel, resoluto of mysterioso, unisono of net-niet-unisono, molto brutale of adagio desolato. Dit laatste kiemsteentje (adagio desolato) zal in het laatste deel uitgroeien tot een langzame, in een hoog register liggende slotmelodie. Deel vier (the point of intersection of the timeless with time) opent met een enorm
fortissimo waar de vibrafoon een glissando laat uitklinken en uit dit chromatisch klankveld steeds meer tonen afdempt; de zgn. 'negatieve' melodie (in plaats van een serie in een bepaalde volgorde gespeelde tonen tegen een 'stille' achtergrond worden nu tegen een achtergrond bestaande uit alle tonen van de vibrafoon een serie tonen tot stilte gebracht). Dit is de climax. Dit is als het ware de spil waaromheen het hele stuk draait. De vier delen worden zonder onderbreking achter elkaar gespeeld. - EDWARD TOP