componist
Edward Top was born in Ommen, the Netherlands, in 1972. Top has lived and worked in London, Bangkok, and Rotterdam. He now lives in Vancouver, Canada. Top studied composition and ...
gerelateerde werken
Farewell Songs : for countertenor, Baroque ensemble, and Chinese instruments / Edward Top
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en instrument(en)
Bezetting:
zzang suona 2erhu saxkbut perc cemb vn vc db
Dedication to Scarlatti : 24 Capriccios for piano / Georgs Pelecis
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
pf
Composizione : 1969, per pianoforte / Jo van den Booren
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
pf
Greek Dance : for piano / Calliope Tsoupaki
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
pf
compositie
Sonate : voor piano, 1997 / Edward Top
Bevat:
Moderato
Adagio-Intermezzo
Andante
Presto
Toelichting:
Program note (Dutch): In dit stuk speelt de gulden snede verhouding (2:3:5:8:13...) een belangrijke rol. Deze verhouding is toegepast op verschillende niveau's: - a) de tijdsduur van de vier afzonderlijke delen, - b) de tempi: moderato ( kwartnoot = 90), adagio ( achtste noot = 72), andante ( kwart = 54) en presto/prestissimo (kwart = 144/218), - c) de maatverhoudingen waarbij de e de eenheid vormt (bv. 3/8 gevolgd door 5/8 maat) - d) de ritmiek en nootlengten. Enkele uitzonderingen daargelaten bestaan de vier delen uit een gelijk aantal maten. Daar de grotere eenheden (bv. 34/8 en 55/8 ) te onoverzichtelijk bleken en dus onpraktisch voor de uitvoerder, zijn deze maten onderverdeeld in vierkwartsmaten. De oorspronkelijke eenheden kenmerken zich individueel door een afzonderlijk karakter gevormd door bv. langzame eenstemmigheid, snelle dalende of stijgende of contrapuntische loopjes, accoordherhalingen, versieringen als trillers en voorslagen, stijlcitaten, modale veranderingen per maat etc. De
toegevoegde introductie voor het laatste deel (presto) doorbreekt de verhouding en is als geheel ook een afzonderlijk karakter zoals dat in de rest van het stuk per maateenheid het geval is. De toonhoogtebepaling voor het gehele stuk is strict seriëel. Basis hiervan is een viertonige 'macro'-reeks waarvan de eerste noot ten grondslag ligt aan het eerste deel, de tweede aan het tweede etc.( vooral in het derde deel komt de toon uit de 'macro'-reeks duidelijk naar voren). Aan ieder van deze vier 'macro'-reeksnoten zijn weer zeventonige chromatische 'midden'-reeksen verbonden waaraan aan ieder van deze zeven tonen weer 'micro'-reeksen verbonden zijn. Vooral in het tweede deel (adagio) zijn de ritmiek en de registerwerking strict vastgelegd (op de regelmatige accoordherhalingen na). Het derde deel en vooral het laatste (met al z'n glissandi en clusters) zijn weer wat vrijer rondom de seriële werkwijze gecomponeerd. - EDWARD TOP