alle werken
105 werken in Donemus catalogus
populaire werken
Forbidden Music Regained : Volume 2
Genre:
Onbekend
Mietskaserne: Vier Lieder für eine Singstimme und Klavier : for voice and piano / Ignace Lilien
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en piano
Bezetting:
voice pf
Concerto dans le style galant : pour violoncelle et orchestre / Ignace Lilien
Genre:
Orkest
Subgenre:
Cello en orkest
Bezetting:
vc orch
nieuwste editie
Rêve fiévreux : for piano / Ignace Lilien
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
pf
componist
Lilien, Ignace
Nationaliteit:
Netherlands
Geboortedatum:
1897-05-29
Sterfdatum:
1964-05-10
Naast zijn loopbaan als scheikundig ingenieur is Ignace Lilien een Nederlandse componist en pianist. Op zijn vele reizen als ingenieur raakt hij onder de indruk van exotische landen hetgeen van invloed is op zijn muziek. Ondanks de dubbele loopbaan bouwt Ignace Lilien een omvangrijk en persoonlijk oeuvre. Zijn liederen, zoals 'Veronica' (1920), 'Quatre chansons des mendiants' (1923) en 'Mietskaserne' (1932) zijn van een expressionistische bewogenheid. Veel succes heeft Lilien met zijn schoolcantate 'A negro girl goes to school' (1958) waarin het rassenprobleem op humanistische wijze behandeld wordt.
1897 - 1913
Ignace (Ignacy) Lilien wordt op 29 mei 1897 geboren in Lemberg (de Poolse stad Lwów, destijds onder Oostenrijks bewind) als zoon van een bankier. In zijn geboortestad krijgt hij muziekonderwijs van de pianist Theodor Pollak.
1914 - 1920
Ignace Lilien komt tijdens een museumtocht door Europa per fiets in Den Haag. Door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog besluit hij hier te blijven. Hij gaat in Delft studeren en behaalt het scheikundig ingenieursdiploma.
1922 - 1962
Ignace Lilien werkt als textielingenieur bij de Fabriek van Chemische Producten (FCP) in Pernis.
1927 - 1939
Lilien is door FCP uitgezonden en woont met zijn Nederlandse echtgenote in Liberec in Tsjechië. Hier worden hun twee zoons geboren. Waarschijnlijk heeft Ignace Lilien in deze tijd compositieles van Josef Suk in Praag. Zijn opera 'Beatrys' (1926), gebaseerd op het toneelstuk 'Ik dien' van Herman Teirlinck, wordt in 1928 uitgevoerd in Antwerpen en Brussel. In 1932 gaat in Wiesbaden zijn komische opera 'Die grosse Katharina' (Great Catherine) naar G. B. Shaw, in première.
1940 - 1945
Tijdens de oorlogsjaren woont Lilien in Apeldoorn en ontsnapt ondanks zijn Joodse afkomst aan de vervolging. Hij componeert een aantal liederen op Nederlandse tekst, waaronder de 'De Ballade van Westerbork' (1943).
1946
Ignace Lilien vestigt zich in Den Haag. Violist Willem Noske speelt in het Haagse Diligentia de première van de 'Deuxième sonate' (1944) voor viool en piano. De Nieuwe Haagsche Courant spreekt in een recensie van een "harmonisch belangwekkende, fantastisch-bewogen compositie."
1950
Lilien componeert het orkestwerk 'Les palmes dans le vent' tijdens zijn eerste concertreis naar Zuid-Amerika. In deze compositie zijn Latijnsamerikaanse elementen terug te vinden.
1956
De opera 'Beatrys' (1926), gebaseerd op het toneelstuk 'Ik dien' van Herman Teirlinck, wordt weer uitgevoerd in Gent en Den Haag.
1964
Ignace Lilien overlijdt op 10 mei 1964 in zijn woonplaats Den Haag.
2010
Het kamerkoor Ad Libitum brengt op 12 maart de première van koorliederen van Ignace Lilien op teksten van Guillaume du Bellay in Rotterdam. Lilien schreef deze liederen in 1948 voor Felix de Nobel en het Nederlands Kamerkoor, maar het kwam nooit tot een uitvoering.