gerelateerde werken
Translucent I : for soundtracks and string quartet, 1976 / Ton Bruynèl
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Strijkkwartet (2 violen, altviool, cello); Elektronica met verschillende instrumenten; Strijkkwartet (2 violen, altviool, cello) met multimedia
Bezetting:
2vl vla vc tape
Parten : voor orgel, 1969, revisie 1983 / Wim de Ruiter
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Orgel
Bezetting:
org
Collages : voor 31-toons orgel, november 1962 / Peter Schat
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Orgel
Bezetting:
org
Git3 : for guitar trio, 1988 / Ernst Oosterveld
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Gitaar; Elektronica met verschillende instrumenten; Gitaar met multimedia
Bezetting:
3g (audio graphic software ad lib.)
compositie
Reliëf 1964 : for organ and four electronic soundtracks / Ton Bruynèl
Overige auteurs:
Bruynèl, Ton
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): Relief 1964 is tot stand gekomen in de privé-studio van de componist.
Zeer in het kort beschreven is het elektronische klankmateriaal van dit stuk als volgt gemaakt. Witte ruis (hierin liggen alle frequenties van laag tot hoog van onze gehoorgrens) is meegedeeld aan een metalen snaar. Deze snaar 'antwoordt' door resonantie en geeft wat zij aan overeenkomstig materiaal voorradig heeft weer terug. Dit materiaal is gefilterd en op magnetofoonband opgenomen. Zo werd dit proces in twintig variaties gedaan: twintig keer werd de snaar afgetast en werden de resultaten doorgezonden en opgenomen. De optelling hiervan diende als uitgangsmateriaal. Het elektronische deel van Relief klinkt over vier luidsprekergroepen opgesteld in een ruimte (kerk) met orgel. De organist kan via een partituur de elektronische klanken volgen en zijn partij daarbij spelen, bijgestaan door twee registranten en een assistent, welke laatste in enkele gevallen op een der manualen moet meewerken. Er is een opname gemaakt waarin de orgelpartij bij het elektronische deel is opgeteld: deze
opname is gemaakt door de Studio voor elektronische muziek van de Rijksuniversiteit Utrecht in de Sint-Jans Basiliek te Den Bosch, met aan het orgel Huub ten Hacken.
Het werk omvat drie delen die zonder onderbreking in elkaar overgaan: a. inleiding, b. materiaalexpositie en c. versmelting tot continuklanken. De titel is gekozen om een analogie te suggereren tussen een reliëf en deze compositie. Beide zijn gevormd uit massa, van oorsprong ruw materiaal. - TON BRUYNÈL