gerelateerde werken
Variazioni per orchestra : = (Variations for orchestra), (1959) / Kees van Baaren
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
pic 2fl 2ob 2cl 2fg 3h 4trp 2trb tb 9-11perc hp pf4h str
Introductie, chaconne en finale : voor symfonie-orkest, opus 174, 1976/78 / Herman Mulder
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
3333 4331 perc str
Zeekip ahoy : voor orkest, 1984 / Misha Mengelberg
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
2221 sax-a 2111 perc pf str
Réflexions sonores : pour orchestre, op. 99, oct. nov. dec. 1962 / Anthon van der Horst
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
pic 2fl 2ob eh 2cl cl-b 2fg cfg 4h 3trp 4trb tb perc 2hp str
compositie
Musica per orchestra : 1965-'66 / Kees van Baaren
Overige auteurs:
Baaren, Kees van
(Componist)
Bevat:
Lento non troppo, doppio movimento
Sostenuto
Vivo
Toelichting:
Program note (Dutch): (Première: 18-5-1966 - Rotterdam - Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Franz-Paul Decker) - Het werk bestaat uit drie delen die door korte 'Generalpausen' van elkaar gescheiden zijn. Evenals in zes eerder geschreven stukken (Muzikaal zelfportret, Variazioni per orchestra, 2° Quartetto per archi, Quintetto a fiati, Concerto per pianoforte e orchestra en Musica per campane) is bij het componeren uitgegaan van een twaalftoonreeks die alle intervallen binnen de afstand van het octaaf bevat en die identiek is met zijn eigen kreeftgang. (Met deze 'zevende' acht de componist de voorraad van voor hem bruikbare reeksen van deze speciale soort uitgeput). Het werk kenmerkt zich verder door een voortgezet streven naar vervolmaking van bepaalde, zich nog in een vroeg stadium van ontwikkeling bevindende aspecten van de seriële techniek, het aftasten (in deel 2) van nieuwe mogelijkheden voor een autonoom-melodische schrijfwijze, het naast elkaar plaatsen (in deel 3) van een aantal structuren
van zeer uiteenlopende aard, zonder gebruik te maken van een secundaire - dus bijvoorbeeld inleidende of verbindende - vormelementen, met de bedoeling om aan te tonen dat uit deze werkwijze zeer goed een gesloten vorm kan resulteren. In dit derde deel zijn het de volgende structuren: het eigenlijke 'vivo', een ritmisch levendig stuk met het variabele metrum 2/8--3/4-3/16--5/4-5/16--3/8--7/4-7/16--4/8--9/4; een fragment met een Latijns-Amerikaans dansritme dat per maat een halve tel achter loopt; twee zeer korte citaat-collages; een gevarieerde terugkeer van elementen uit deel 2; twee citaten uit eigen werk, het muzikaal zelfportret. Merkwaardigerwijze geven juist de twee citaat-collages, waarin binnen luttele seconden Wagner (3 keer), Johann Strauss (2 keer), Pijper (2 keer), Mendelssohn, von Suppé, Beethoven, Moussorgsky en Stravinsky om de hoek komen kijken, door hun tonale bindingen suggesties van dreigend deraillement. - KEES VAN BAAREN