gerelateerde werken
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en instrumenten
Bezetting:
3sopr 3sopr-m 3alt 3ten 3bar 3bas h 2trp 2trb tb
Angle of Attack : for two percussionists / Arnold Marinissen
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Slagwerk
Bezetting:
2perc
Butterfly II : for vibraphone solo, (1974) / Willem de Vries Robbé
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Slagwerk
Bezetting:
vibr
Luccicare : for 4 percussionists, 1 very large and 4 small temple bells, 1991 / Ron Ford
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Slagwerk
Bezetting:
4perc
compositie
Spatial music II : percussion / Ton de Leeuw
Overige auteurs:
Leeuw, Ton de
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): (Première: 22-10-1971 - Hilversum - Nederlands Slagwerkensemble o.l.v. Ton de Leeuw). Het thema van Spatial Music II is tevens het thema van het concert: improvisatie en aleatoriek (= toevalsoperaties). Kenmerkend voor het werk is dan ook de grote mate van vrijheid voor de vertolkers, waarbij een sterk beroep wordt gedaan op de inventiviteit van de bij de uitvoering betrokken musici en technici. De componist tracht in het stuk de combinatie van ruimte en geluid verder uit te werken; hij laat een relatie ontstaan tussen het auditieve en het ruimtelijke. De ruimte en de muziek probeert hij tot gelijkwaardige componenten te maken.
Die musici zijn 6 van het uit 7 leden bestaand Nederlands Slagwerkensemble, van wie er 2 staan opgesteld in Studio II, 2 in Studio V en 2 in Studio VIII. Drie studioruimten, die ten behoeve van de uitvoering onderling in akoestisch verband zijn gebracht en waarmee een ruimtelijk effect wordt bereikt, dat ook één van de kenmerken is van het stuk. Voor de uitvoering van Spatial Music II is een indrukwekkende hoeveelheid elektro-akoestische apparatuur nodig. Zo wordt in Studio II gebruik gemaakt van een synthesizer, in Studio V wordt gewerkt met onder meer een, zoals dat door de technici wordt genoemd, halfoktaaffilter en een pompende begrenzer en in Studio VIII staan een zogenaamde oktaaffilter en een golftrein oscillator. Sommige signalen van het werk worden niet akoestisch geregistreerd, maar door middel van contactmicrofoons, die op de instrumenten zijn bevestigd. Ook wordt een aantal instrumenten niet door de uitvoerenden zelf aangeslagen, maar door zogenaamde exitatoren (=
trillinggevers), die op hun beurt weer door andere slaginstrumenten en zangstemmen (de slagwerkers zingen in sommige gevallen) in werking worden gesteld. - TON DE LEEUW