gerelateerde werken
Litany of our time : television play / by Ton de Leeuw
Genre:
Opera, muziektheater
Subgenre:
Muziektheater
Bezetting:
sopr MK3 fl 2perc hp pf cb tape electronics
Keep going : for 20 wind instruments, violin, cello and double-bass, (1972) / Hans Kornac
Genre:
Orkest
Subgenre:
Groot ensemble (12 of meer spelers)
Bezetting:
2243 sax 4220 vl vc cb
Collage : for orchestra, 1987 / Menno Helmus
Genre:
Orkest
Subgenre:
Groot ensemble (12 of meer spelers)
Bezetting:
1221 1111 2perc hp 2pf 2vl vla vc cb
Quotations : for ensemble, 2006 / Evrim Demirel
Genre:
Orkest
Subgenre:
Groot ensemble (12 of meer spelers)
Bezetting:
fl ob cl cl-b fg h perc hp pf vl vla vc cb
compositie
Spatial music IV : homage to Igor Strawinsky, for twelve players / Ton de Leeuw
Overige auteurs:
Leeuw, Ton de
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): Spatial Music IV - Hommage aan Igor Strawinsky - valt in de serie van gelijknamige werken (Spatial Music I-III) waarin de ruimtelijke opstelling der musici een wezenlijke rol is gaan spelen in het verloop van de muziek. De musici nemen drie basisopstellingen in.
Deze opstellingen, en de verplaatsingen daartussen, gaan gepaard met evenzoveel verschillende muzikale geaardheden. Om slechts de twee uitersten aan te geven: bij de grootste ruimtelijke spreiding is er sprake van een samenspel van geheel onafhankelijke partijen. De spelers zijn als het ware geïsoleerd van elkaar, en slechts verbonden door dezelfde aangegeven tijdslimieten.
Het andere uiterste brengt een 'inkrimping' van alle musici om de vleugel heen - de klassieke opstelling dus - en dit is het moment waarop een Strawinsky-koraal wordt gereciteerd; een muziek dus, waarin alle stemmen op klassieke wijze nauw op elkaar zijn betrokken.
Er zijn twaalf spelers; een gedeelte daarvan met een keuzemogelijkheid uit verschillende instrumenten. Evenals in Spatial Music I is er sprake, niet van improvisatie, maar van geleide interpretatie: de notentekst is het geraamte waarop en waar omheen de speler binnen nauwkeurig aangegeven grenzen versieringen, kleuren en dynamische schakeringen kan aanbrengen. Hij moet daarbij zorgvuldig zijn instrumentale mogelijkheden afwegen. De vrijheid en autonomie die hij daardoor kan krijgen, is zeer wel vergelijkbaar met die, welke nog heden in de grote Aziatische muziekculturen in gebruik is. - TON DE LEEUW