gerelateerde werken

Vier miniaturen : (1972), voor viool, clarinet en piano / Berend Giltay

Genre: Kamermuziek
Subgenre: Blaas en strijk en toetsinstrument(en)
Bezetting: cl vl pf

Nocturne et finale : pour orchestre, avec des septièmes harmoniques dans les cors, 1946 / Jan van Dijk

Genre: Orkest
Subgenre: Orkest
Bezetting: 2222 4330 str

Interludes de "La symphonie pastorale" : pour orchestre / Guillaume Landré

Genre: Orkest
Subgenre: Orkest
Bezetting: 2232 3220 timp perc hp pf str

Ouverture / W. Andriessen

Genre: Orkest
Subgenre: Orkest
Bezetting: 2222 4331 timp str

 

compositie

Symphonie no. 2 : (1974) / Berend Giltay

Uitgever: Amsterdam: Donemus, cop. 1974
Uitgavenummer: 03699
Genre: Orkest
Subgenre: Orkest
Bezetting: 2222 3200 timp perc str
Bijzonderheden: Opgedragen aan Ru Sevenhuysen. - Tijdsdsuur: ca. 26'
Tijdsduur: 26'00"
Compositiejaar: 1974
Status: nog niet gedigitaliseerd (verwachte levertijd 14 dagen)

Overige auteurs:
Giltay, Berend (Componist)
Bevat:
Allegro energico
Allegretto (Scherzando)
Adagio
Allegro con spirito
Toelichting:
Program note (Dutch): Deel I. Allegro-energico.
Expositie van het eerste thema door de eerste violen en hobo op een ondergrond van markante, korte kwartnoten; deze ritmische marcato-akkoorden spelen in het verder verloop van het eerste deel een grote rol. Uit dit eerste thema-materiaal ontstaan aanverwante thema's; deze voeren ons naar het tweede thema, geëxposeerd door de klarinet. Door bewerking van dit tweede thema ontstaat ook nieuw thematisch materiaal. Na de doorwerking waarin de bovengenoemde ritmische, marcato-akkoorden en twee trompetten een belangrijke rol spelen, sluit dit deel met een korte coda af.

Deel II. Allegretto (Scherzando).
Dit deel kenmerkt zich door grote doorzichtigheid van instrumentatie. De grote tegenstellingen van klankkleur en dynamiek geeft aan dit deel een speels, scherzo-achtig karakter. Dit Scherzo is niet, zoals meestal gebruikelijk, driedelig maar tweedelig. Het tweede gedeelte is snel (Presto) met instrumentale soli van onder ander de hobo, fluit-piccolo, klarinet en fagot.

Deel III. Adagio.
Het begin van het Adagio is fugatisch van opbouw. Na de expositie door de celli en contrabassen wordt de melodie overgenomen door de altviolen, daarna door de tweede en eerste violen en ten slotte door de hobo. Deze hobo-solo gaat echter later in een zelfstandige melodie over, waarna het strijkorkest het initiatief overneemt, en tot het slot van dit deel aan het woord blijft.

Deel IV. Allegro con spirito.
Dit laatste deel begint met motorisch ritmische zestiende figuren van 2 tomtoms, na één maat versterkt door altviolen en tweede violen. Het eerste thema wordt door eerste violen en houtblazers gespeeld. Na de expositie verschijnt een neventhema in celli, contrabassen en fagotten, dit neventhema komt later in de doorwerking in een enigszins gewijzigde vorm terug. Het tweede thema dat uit parallelle tertsen is opgebouwd, wordt geïntroduceerd door twee klarinetten en later overgenomen door twee hobo's om daarna dit thema gezamenlijk te spelen. Na de doorwerking waarin het eerste en neventhema verwerkt is, komt in de reprise, in plaats van het eerste, het tweede thema terug en hiermee wordt deze symfonie afgesloten. - BEREND GILTAY

Interesse
Heeft u interesse om dit werk aan te schaffen? Laat ons dit dan vrijblijvend weten zodat we dit werken met voorrang kunnen digitaliseren.
Naam
E-mail