gerelateerde werken
Scherzo : per due violini, (1963) / Berend Giltay
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Viool
Bezetting:
2vl
Jour de fête : pour orchestre, 1986 / Kees Olthuis
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
3343 4331 timp 4perc 2hp str
Cavalcade : ouverture en rondeau, pour grand orchestre, 1963 / Robert Heppener
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
4333 sax-a 4431 5perc hp pf str
Meander : for orchestra, 1994 / revision 1999 / Willem Jeths
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
fl(pic) fl(fl-a) 2ob 2cl cl-b 2fg cfg 4h 4trp 3trb tb timp 4perc hp str
compositie
Symphonie no. 2 : (1974) / Berend Giltay
Overige auteurs:
Giltay, Berend
(Componist)
Bevat:
Allegro energico
Allegretto (Scherzando)
Adagio
Allegro con spirito
Toelichting:
Program note (Dutch): Deel I. Allegro-energico.
Expositie van het eerste thema door de eerste violen en hobo op een ondergrond van markante, korte kwartnoten; deze ritmische marcato-akkoorden spelen in het verder verloop van het eerste deel een grote rol. Uit dit eerste thema-materiaal ontstaan aanverwante thema's; deze voeren ons naar het tweede thema, geëxposeerd door de klarinet. Door bewerking van dit tweede thema ontstaat ook nieuw thematisch materiaal. Na de doorwerking waarin de bovengenoemde ritmische, marcato-akkoorden en twee trompetten een belangrijke rol spelen, sluit dit deel met een korte coda af.
Deel II. Allegretto (Scherzando).
Dit deel kenmerkt zich door grote doorzichtigheid van instrumentatie. De grote tegenstellingen van klankkleur en dynamiek geeft aan dit deel een speels, scherzo-achtig karakter. Dit Scherzo is niet, zoals meestal gebruikelijk, driedelig maar tweedelig. Het tweede gedeelte is snel (Presto) met instrumentale soli van onder ander de hobo, fluit-piccolo, klarinet en fagot.
Deel III. Adagio.
Het begin van het Adagio is fugatisch van opbouw. Na de expositie door de celli en contrabassen wordt de melodie overgenomen door de altviolen, daarna door de tweede en eerste violen en ten slotte door de hobo. Deze hobo-solo gaat echter later in een zelfstandige melodie over, waarna het strijkorkest het initiatief overneemt, en tot het slot van dit deel aan het woord blijft.
Deel IV. Allegro con spirito.
Dit laatste deel begint met motorisch ritmische zestiende figuren van 2 tomtoms, na één maat versterkt door altviolen en tweede violen. Het eerste thema wordt door eerste violen en houtblazers gespeeld. Na de expositie verschijnt een neventhema in celli, contrabassen en fagotten, dit neventhema komt later in de doorwerking in een enigszins gewijzigde vorm terug. Het tweede thema dat uit parallelle tertsen is opgebouwd, wordt geïntroduceerd door twee klarinetten en later overgenomen door twee hobo's om daarna dit thema gezamenlijk te spelen. Na de doorwerking waarin het eerste en neventhema verwerkt is, komt in de reprise, in plaats van het eerste, het tweede thema terug en hiermee wordt deze symfonie afgesloten. - BEREND GILTAY