componist
Bertus van Lier speelt een belangrijke rol in het Nederlandse muziekleven van de 20ste eeuw als componist, dirigent, docent en publicist. Hij componeert binnen een persoonlijk idioom, dat tot uiting ...
gerelateerde werken
A tfile fun a ghettojid : zang en piano, 1948 / tekst: Kwiattkowska, muziek: Bertus van Lier
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en piano
Bezetting:
low pf
Confused winds : for windinstruments, percussion and strings, (1972) / Geert van Keulen
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
2233 sax-a 4221 perc str(vl vc cb)
Ballet suite Spleen : for orchestra, 1960, revision 1994 / Hans Kox
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
0110 1320 timp 2perc str
Harmonic movements : for orchestra, 1990 / Sinta Wullur
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
fl fl(fl-a) fl(pic) 2ob eh 3cl cl-b 2fg cfg 4h 2trp 2 trb tb 4perc hp pf str
compositie
Divertimento facile : voor orkest, gecomponeerd in het jaar 1957 / door Bertus van Lier
Bevat:
Introduzione recitando I-Tempo di scherzo
Introduzione recitando II-Allegretto
Toelichting:
Program note (Dutch): De opdracht der Gemeente Amsterdam tot compositie van 'een werk voor orkest met maximaal dubbel hout, 2 hoorns, 2 trompetten en twee man slagwerk' en met een uitvoeringsduur van '10 à 20 minuten', wekte in mij de behoefte om een onderhoudende muziek te schrijven van niet nadrukkelijk symfonisch karakter, die tegelijk, voor een publiek, zonder bijzondere inspanning - gemakkelijk dus - op te nemen zou zijn. 'Facile' betekent dus niet, dat het gecomponeerde voor de uitvoerenden gemakkelijk is uitgevallen, want dat is het hier en daar niet. Op het eerste gehoor lijkt het werkje tweedelig - 1. Introductie a, scherzo-trio-adagio-trio-scherzo en 2. Introductie b, Rondo (Finale) - maar de twee langzame introducties (a en b) tezamen leggen toch wel ongemerkt enig gewicht in de schaal; bijna het gewicht van een 'afwezig eerste deel'; terwijl ook het adagio-fragment, midden in het Scherzo, associaties oproept met een 'langzaam deel', zonder dat evenwel een meer symfonische uitwerking
daarvan plaatsvindt. Er is in dit Divertimento naar gestreefd om op géén van de aangeroerde of aangevoerde themata zo 'symfonisch' in te gaan, dat de grenzen van een divertissement zouden worden geschonden.
Tegen het slot vormen de voornaamste gegevens van het spel een contrapuntisch geheel, waaruit achteraf toch nog een samenhang van tevoren contrasterende elementen blijkt. - BERTUS VAN LIER