gerelateerde werken
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en orkest
Bezetting:
voice 1110 1000 pf harm str
17 projections : pour orchestre de chambre, 1962 / Jan van Dijk
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
2110 2sax 1020 str(vl vc cb)
Ahnung des Endes : voor koor en orkest, 1985 / Chiel Meijering
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest; Altviool en orkest; Gemengd koor en orkest
Bezetting:
I-IV-VI: 3333 8431 4perc 2hp pf(cel) str II: 3333 8431 4perc 2hp pf(cel) str vla-solo III-V: GK4 3333 8431 4perc 2hp pf(cel) str
Evviva : (particolare), per orchestra, 1981 / Ronald Halier
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
3222 2200 3perc hp str(18.6.6.0.)
compositie
Abschied : symphonische Dichtung, für grosses Orchester, 1973 / Reinbert de Leeuw
Overige auteurs:
Leeuw, Reinbert de
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): [Première: 11-05-1974 - Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Edo de Waart] - Abschied is een stuk waaraan ik meer dan drie jaar bezig ben geweest, maar het is iets dat ik altijd al eens had willen schrijven. Het is geschreven voor een gigantisch symfonieorkest met een volkomen conventionele bezetting, afgezien van piano en saxofoons die erin voorkomen. Verder ook geen eigenaardige behandeling van instrumenten of nieuwe technieken of zo. Het is wel een stuk dat voortdurend uit zijn voegen loopt, het is een permanent soort razernij. Als je de partituur ziet, die begint op pagina 1 en eindigt op pagina 82 en iedere bladzijde ziet zwart van de noten. Het moet in een buitengewoon hoog tempo gespeeld worden, alles is zeer compact. Dat zal het moeilijk uitvoerbaar maken: het is zeer virtuoos voor iedereen. De idee erachter is een beetje een literair idee, daarom heb ik het stuk dan ook een literaire titel gegeven, die verwijst naar de Duitse romantiek, de periode van de Symphonische
Dichtung. Dat is ook de ondertitel van het stuk. Het heeft ook die overdrevenheid, overdreven in expressie, overdreven in agressiviteit. Daar voor kies je dan ook een middel als een symfonie-orkest in de vorm zoals ik het hier gehanteerd heb, volkomen 19e eeuws, laat-romantisch, zonder dat er overigens laat-romantische middelen in voorkomen, op een te verwaarlozen onderdeel na. Het is bijna overal homoritmisch, het hele orkest tegelijkertijd, of twee groepen die tegenover elkaar zitten. Wat dat betreft is het een beetje Strawinskiaans, het refereert hier en daar aan de Sacre, als model. - REINBERT DE LEEUW