gerelateerde werken
Syntaxis II : voor symphonieorkest / Ton de Leeuw
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
3fl fl(pic) 4ob 4cl 4rfg 4h 4trp 4trb tb 3perc hp pf(cel) str
Triptych : flute/alto flute, clarinet/bass clarinet and piano, 1988 / David Rowland
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Houtblazersensemble en toetsinstrument
Bezetting:
fl(fl-a) cl(cl-b) pf
Stotiniana : tonale suite, voor hobo, fagot en piano, 1959-'60 / Hugo Godron
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Houtblazersensemble en toetsinstrument
Bezetting:
ob fg pf
Gramvousa : for flute, bass clarinet, piano and tape, 1995 / Roderik de Man
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Houtblazersensemble en toetsinstrument; Elektronica met verschillende instrumenten; Gemengd ensemble (2-12 spelers) met multimedia
Bezetting:
fl cl-b pf tape
compositie
Trio : for flute (also alto flute and piccolo), bass clarinet (ad lib. also alto clarinet) and piano, 1990 / Ton de Leeuw
Overige auteurs:
Leeuw, Ton de
(Componist)
Bevat:
Con moto
Allant
Toelichting:
Program note (Dutch): Het eerste deel van het Trio opent met een duet voor beide blazers, die - ieder op eigen wijze - eenzelfde melodische lijn spelen. Iets later voegt de piano zich bij dit samenspel, waarin dezelfde melodische lijn nog tweemaal op verschillende wijzen tot klinken komt. Dan, na een korte pianosolo, zetten beide blazers in met een nieuw gegeven, nog steeds een nauwe eenheid vormend, maar nu ten opzichte van elkaar licht verschoven. Het is een klankspel van over elkaar vallende motieven in verschillende bewegingsgraden, dat uiteindelijk in een rustige beweging uitebt.
In het tweede en laatste deel manifesteert zich dezelfde tendens om samen als één veelkleurige eenheid op te treden. Maar de ritmische contrasten worden nu groter. Als basis klinkt in de piano een cyclisch gegeven dat eigenlijk het gehele deel beheerst, maar dat steeds weer onderbroken en overspoeld wordt door toenemend snelle buitelingen waaraan alle instrumenten deelnemen, om tenslotte weer in de rustige begincyclus terecht te komen.
In dit deel is het cyclische element direct hoorbaar gemaakt, maar in feite wordt het hele stuk door een cyclische beweging beheerst. Het werkt als het ware als een muzikale ademhaling waaraan alle temporele processen in de muziek zijn onderworpen. Dit is één van de aspecten van de z.g. verwijde modaliteit, die bepalend is geworden voor vrijwel alle werken van de componist sinds 1980. - TON DE LEEUW