componist
Wim Laman is als componist grotendeels autodidact. Tijdens zijn universiteitsstudie voeren studentenorkesten zijn eerste composities uit. Hierna wordt zijn werk opgemerkt door de professionele muziekwereld. Laman componeert voor o.a. het ...
gerelateerde werken
Elegy & Totentanz : strijkkwartet en basklarinet/klarinet in a, 1998-1999 / Wim Laman
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Gemengd ensemble (2-11 spelers)
Bezetting:
cl-b/cl 2vl vla vc
Genre:
Orkest
Subgenre:
Viool en groot ensemble
Bezetting:
vn-solo fl ob cl fg h perc pf 2vn vla vc db
Foci : for violin and chamberensemble, (1965-66) / Walter Hekster
Genre:
Orkest
Subgenre:
Viool en groot ensemble
Bezetting:
1110 1110 2perc cel hp cb vl-solo
Violin Concerto : for violin and large ensemble / Klas Torstensson
Genre:
Orkest
Subgenre:
Viool en groot ensemble
Bezetting:
fl (pic) ob (CA) cl (bcl) trp trb mand gtr hp synth perc vl solo vl vla vc cb
compositie
Syntagma : concerto for violin and small orchestra, 1989-1991 / Wim Laman
Overige auteurs:
Bach, Johann Sebastian
(op een thema van)
Toelichting:
Program note (Dutch): (Première: 25-4-1991 - Concertgebouw, Amsterdam - Isabelle van Keulen met het Kon. Concertgebouworkest o.l.v. Riccardo Chailly). Syntagma heeft twee uitgangspunten: enerzijds de principes van tegenstelling en samenspel tussen solo-instrument en ensemble en anderzijds het begrip 'samenvoeging' (Grieks: syntagma); beide uitgangspunten beheersen al zo'n vier eeuwen het 'concerto' als compositievorm (...), Het muzikale materiaal ontstond op basis van enkele maten uit een minder bekend werk van J.S. Bach. Eén element hieruit wordt in het langzame deel van Syntagma uitvergroot tot een ostinato-motief in de strijkersgroep, dat de compositie geruime tijd domineert. Hiermee werden toonladders (modi) samengesteld van respectievelijk 6, 8 en 12 tonen - elk met hun eigen harmonische en melodische karakteristieken. Deze modi vormden met elkaar de sturingsprincipes die een wisselwerking tussen solist en ensemble tot stand brengen d.m.v. samenvoeging. In de compositie worden verschillende
muzieken gebruikt, die in de allereerste maten gepresenteerd worden - als een soort explosie in slow-motion. Gaandeweg worden deze muzieken opgesplitst in elementen, die op uiteenlopende manieren met elkaar samengevoegd of tegenover elkaar gesteld worden. Zo ontstond een opbouw, die afwisselend sterk gelaagd (heterogeen, complex) is, of rechtlijnig en homogeen. Uiteraard vervult de soloviool daarbij de hoofdrol - zij het niet als exponent van het traditionele virtuozendom. Maar tegelijkertijd kan ook het ensemble als geheel, of de afzonderlijke groepen daaruit, als solist optreden. - WIM LAMAN