componist
Wim Laman is als componist grotendeels autodidact. Tijdens zijn universiteitsstudie voeren studentenorkesten zijn eerste composities uit. Hierna wordt zijn werk opgemerkt door de professionele muziekwereld. Laman componeert voor o.a. het ...
gerelateerde werken
Elegy & Totentanz : strijkkwartet en basklarinet/klarinet in a, 1998-1999 / Wim Laman
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Gemengd ensemble (2-11 spelers)
Bezetting:
cl-b/cl 2vl vla vc
1st Violin Concerto : for violin with delay and ensemble, 1991/1992 / Hanna Kulenty
Genre:
Orkest
Subgenre:
Viool en groot ensemble
Bezetting:
1010 2sax 2121 perc pf el.g g-b vl-solo
Rhapsodie pour violon et ensemble : opus 21, 1994 / Arne Werkman
Genre:
Orkest
Subgenre:
Viool en groot ensemble; Viool en strijkorkest
Bezetting:
cemb 6vl 2vla 2vc cb vl-solo
Concert : voor viool met begeleiding van orkest, maart-mei 1936 / Sem Dresden
Genre:
Orkest
Subgenre:
Viool en groot ensemble
Bezetting:
2122 0301 timp 2perc xyl 8cb vl-solo
compositie
Syntagma : concerto for violin and small orchestra, 1989-1991 / Wim Laman
Overige auteurs:
Bach, Johann Sebastian
(op een thema van)
Toelichting:
Program note (Dutch): (Première: 25-4-1991 - Concertgebouw, Amsterdam - Isabelle van Keulen met het Kon. Concertgebouworkest o.l.v. Riccardo Chailly). Syntagma heeft twee uitgangspunten: enerzijds de principes van tegenstelling en samenspel tussen solo-instrument en ensemble en anderzijds het begrip 'samenvoeging' (Grieks: syntagma); beide uitgangspunten beheersen al zo'n vier eeuwen het 'concerto' als compositievorm (...), Het muzikale materiaal ontstond op basis van enkele maten uit een minder bekend werk van J.S. Bach. Eén element hieruit wordt in het langzame deel van Syntagma uitvergroot tot een ostinato-motief in de strijkersgroep, dat de compositie geruime tijd domineert. Hiermee werden toonladders (modi) samengesteld van respectievelijk 6, 8 en 12 tonen - elk met hun eigen harmonische en melodische karakteristieken. Deze modi vormden met elkaar de sturingsprincipes die een wisselwerking tussen solist en ensemble tot stand brengen d.m.v. samenvoeging. In de compositie worden verschillende
muzieken gebruikt, die in de allereerste maten gepresenteerd worden - als een soort explosie in slow-motion. Gaandeweg worden deze muzieken opgesplitst in elementen, die op uiteenlopende manieren met elkaar samengevoegd of tegenover elkaar gesteld worden. Zo ontstond een opbouw, die afwisselend sterk gelaagd (heterogeen, complex) is, of rechtlijnig en homogeen. Uiteraard vervult de soloviool daarbij de hoofdrol - zij het niet als exponent van het traditionele virtuozendom. Maar tegelijkertijd kan ook het ensemble als geheel, of de afzonderlijke groepen daaruit, als solist optreden. - WIM LAMAN