gerelateerde werken
Canti carnascialeschi : per coro da camera a cappella / Robert Heppener
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor
Bezetting:
GK4
Arcadia 1689 : for large mixed choir a cappella / Klas Torstensson
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor
Bezetting:
GK4
Drie meditaties : 1952 / Ernest W. Mulder
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor
Bezetting:
GK4
Marche, chanson et Gloria : voor gemengd koor / Daan Manneke; tekst Paul Claudel
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor
Bezetting:
GK
compositie
Del iubilo del core che esce in voce : 16 voci, 1974 / poesia da Iacopone da Todi, Robert Heppener
Overige auteurs:
Jacopone da Todi
(Tekstdichter/librettist)
Heppener, Robert
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): "Van de jubel in het hart, die klinkt in de stem" - dit extatische gedicht van de 13e eeuwse Italiaanse mystieke dichter Jacopone da Todi geeft de sleutel tot de nogal exuberante muzikale taal die ik gebruikt heb in dit voor zestien solostemmen gecomponeerde werk. De jubel komt in horten en stoten, fluisterend of schreeuwend, neuriënd dan wel voluit zingend; soms ook in een door elkaar gestamel van alle stemmen. "Als de jubel ontbrandt, doet hij de mens zingen en de tong brabbelt en spreekt wartaal". De wartaal breekt op een ogenblik zó door, dat het grootste gedeelte van het gedicht weer terug komt, maar nu achterstevoren, opgezegd als een aftelvers. De centrale toon is de a', die men voor het eerst hoort nà de gezongen titel, aan het begin van het gedicht en die verder op gezette tijden opklinkt en van waaruit steeds hetzelfde akkoord wordt opgebouwd: een extatisch uitwaaieren van de klank. Het is ook de a' die het stuk beëindigt. Er tussendoor wordt de stem op allerlei wijzen
gebruikt: van roepen en gillen tot sissen, neuriën, falset zingen of neuzelen. "Die dit alles niet kent, zal denken dat je gek bent, ziende de verwarring als van een mens die buiten zinnen is". Na de laatste climax treedt plotseling een verstilling in bij het woord 'd'amore'. "O jubel van het hart die doet zingen van liefde". Hiermee eindigt deze lofzang. - Robert Heppener