gerelateerde werken
Fusion à six : symphonic music for string quartet, bass clarinet and piano, 1980 / Joep Straesser
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Blaas en strijk en toetsinstrument(en)
Bezetting:
cl-b 2vl vla vc pf
Nightingales : for mixed choir a cappella, 1989 / poem by Robert Bridges, Lowell Dijkstra
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor
Bezetting:
GK8
Flora Tristan : for mixed choir a cappella, 1990 / text by Fleur Bourgonje, Louis Andriessen
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor
Bezetting:
GK4
Twee koren : op Italiaanse tekst, 1971, 3 st. gem. koor a cappella / Joop Voorn
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor
Bezetting:
GK3
compositie
Motetus : (quasi in modo antico), for six-part a cappella choir, 1987 / Joep Straesser
Overige auteurs:
Gerlach Peters
(Tekstdichter/librettist)
Straesser, Joep
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): Het werk bestaat uit drie delen zoals de tekst uit drie zinnen en is gecomponeerd in een stijl die doet denken aan het vijftiende eeuwse cantus firmus-motet (Dufay, Dunstable).
Op een enkel zevenstemmig moment na is het gehele werk zesstemmig gehouden, dit in tegenstelling tot de motetten uit de vijftiende eeuw, die de vierstemmigheid zelden te boven gingen. In het eerste deel, dat begint met een korte inleiding op de openingsregel van de tekst: Aufer velamen, purge faciem.. (Neem weg de sluier, maak zuiver mijn gelaat...) zingen de bassen een cantus firmus waarop de tenoren een enigszins verkleinde variant laten horen van een vrije canon. Er is dus sprake van een dubbele cantus firmus. Ook hierin wijkt het stuk af van het vijftiende eeuwse motet. Daarboven zingen de sopranen en alten een vierstemmig imitatorisch contrapunt. Eeenzelfde soort situatie treft men aan in het derde deel. Daar echter ligt de dubbele cantus firmus in eerste alten en eersten sopranen. Het tweede deel is homofoner van karakter en laat bijzondere harmonische wendingen horen die mogelijk worden gemaakt door de enigszins chromatische samenstelling van de modale toonreeksen die voor het
werk werden gebruikt en die in dit opzicht sterk afwijken van de modale ladders uit de vijftiende eeuw. Het werk eindigt weer met een verkorte variant op dezelfde inleidingsmuziek waarmee het begon, nu echter in een rustiger tempo. - JOEP STRAESSER