gerelateerde werken
Syntaxis II : voor symphonieorkest / Ton de Leeuw
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
3fl fl(pic) 4ob 4cl 4rfg 4h 4trp 4trb tb 3perc hp pf(cel) str
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en instrumenten
Bezetting:
GK4 perc pf
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en instrumenten
Bezetting:
sopr bar GK4 4perc 2pf
De Noordewind : voor groot koor en 2 accordeons / Gerard Beljon
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en instrumenten
Bezetting:
sopr-m GK4 2acc
compositie
Invocations : for mezzo-soprano, mixed choir and instrumental ensemble, 1983 / Ton de Leeuw
Overige auteurs:
Leeuw, Ton de
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): De gebruikte Latijnse teksten zijn voornamelijk aan de Psalmen ontleend. Gezien vanuit de teksten kunnen we de volgende indeling maken:
- in de eerste twee delen zing het koor een tekst uit psalm 129: De profundis clamavi at te (Uit de diepten roep ik tot U);
- in het derde en vierde deel zingt het koor de tekst: Libera me, Domine, de morte aeterna (bevrijd mij, Heer, van de eeuwige dood), ontleend aan de Missa pro defunctis;
- het vijfde deel is een instrumentale interlude; het zesde deel gaat door op dezelfde tekst, nu gekoppeld aan de oorspronkelijke Gregoriaanse melodie, waarna de delen 7 en 8 dit verder uitwerken. Hier doet, naast het koor, ook de zangsoliste haar intrede;
- de delen 9, 10 en 11 introduceren een nieuwe tekst, ontleend aan de psalmen 4 en 90, beginnend met: Miserere mei, et exaudi orationem meam (Ontferm U over mij en verhoor mijn gebed);
- het twaalfde deel tenslotte brengt het Amen als afsluiting.
Hoewel deze compositie zelfstandig kan worden uitgevoerd, is de muziek geconcipieerd als een derde deel van een Trilogie, tezamen met twee eerder geschreven, eveneens zelfstandige composities. Het eerste deel wordt dan gevormd door het koorwerk Car nos vignes sont en fleur, het tweede door And they shall reign for ever voor mezzosopraan en instrumentaal ensemble, beide uit 1981. De teksten van alle drie de werken zijn ontleend aan de Bijbel. Car nos vignes sont en fleur (ontleend aan het Hooglied) beschrijft de vervoeringen en de verwarringen van de liefde, met op de achtergrond het thema van de menselijke communicatie. And they shall reign for ever schildert de visioenen van de verwoesting en ondergang van de wereld, zoals beschreven in de Apocalyps. De teksten van het derde deel zijn samen te vatten als aanroepingen en smeekbeden. Als zodanig zijn zij een voortzetting van de teksten van de vorige delen, die respectievelijk de innerlijke en uiterlijke weerloosheid van de mens
schilderen. Ook in andere opzichten is het derde deel met de vorige delen verbonden. De bezetting is een iets uitgebreide combinatie van de bezettingen van de voorgaande werken. Ook motivisch vallen er meer of minder belangrijke ontleningen aan het voorgaande waar te nemen. Maar het is vooral het gebruik van een wat ik zou willen noemen 'verwijde modaliteit' die de drie composities van deze trilogie met elkaar verbindt. Samenvattend houdt dit in een hiërarchisch geheel van een aantal elementen die aan de compositie een eigen karakter verlenen: toonreeksen, ritmische en melodische formules, een strikte, cyclische tijdsstructuur die de materiële en ideële eenheid van het geheel benadrukt en een sterk symbolisch-etische achtergrond. Veel hiervan is bepalend voor vorm en expressie van de muziek. De achtergronden verwijzen naar eeuwenoude Aziatische modellen zoals raga (India), maqaam (Arabië), Patet (Indonesië), met de daaraan verbonden opvatting dat muziek in laatste instantie geen
vrijblijvend esthetisch vermaak is, maar uitdrukking in klank van een dieper verband met de kosmos. Bepaalde aspecten van dit alles duiken nu weer op, in sterk gewijzigde vorm, in het hedendaags-Westerse idioom van deze compositie. - TON DE LEEUW