gerelateerde werken

Tema con sei variazioni : per orchestra e flauto obligato / Piet Ketting

Genre: Orkest
Subgenre: Fluit en orkest
Bezetting: 0332 4440 timp perc cel hp str fl-solo

Trois poèmes en prose : for soprano and orchestra, 1995 / text: Baudelaire, Diderik Wagenaar

Genre: Vocaal
Subgenre: Zangstem en groot ensemble
Bezetting: sopr 2242 2111 2perc hp harm 2pf 4vl 2vla 2vc 2cb

Chant Ascendant : for soprano (or two alternating sopranos) and ensemble / Peter Adriaansz; text by Jacques Prévert

Genre: Vocaal
Subgenre: Zangstem en groot ensemble
Bezetting: sopr/2sopr 1110 0000 2perc man g hp pf/cemb vl vla vc cb

La porte : for baritone and ensemble, 1999 / text: Guillaume Apollinaire, Micha Hamel

Genre: Vocaal
Subgenre: Zangstem en groot ensemble
Bezetting: bar 1121 1000 2perc 2vl vla vc cb

 

compositie

Vier gedichten van M. Nijhoff : voor een zangstem en 15 instrumenten, 1935 / Piet Ketting

Uitgever: Amsterdam: Donemus, cop. 1948
Uitgavenummer: 06966
Genre: Vocaal
Subgenre: Zangstem en groot ensemble
Bezetting: sopr-m 2230 0000 perc pf acc vl 2vla vc
Bijzonderheden: Voor mezzospraan, 2 fluiten (2e tevens piccolo), hobo, oboe d'amore, 2 klarinetten, basklarinet (of bassethoorn), accordeon, piano, slagwerker, viool, 2 altviolen en cello. - Tekst apart afgedrukt. - Opgedragen aan Berthe Seroen. - Tijdsduur: 17'
Tijdsduur: 17'00"
Aantal spelers: 16
Compositiejaar: 1935
Status: nog niet gedigitaliseerd (verwachte levertijd 14 dagen)

Overige auteurs:
Nijhoff, Martinus (Tekstdichter/librettist)
Ketting, Piet (Componist)
Bevat:
Twee reddeloozen
De schipper
Shakespeare's winteravondsprookje
Clown
Toelichting:
Program note (Dutch): (Première: 1936 - Amsterdam - Berthe Seroen met het Concertgebouw-Kamerorkest o.l.v. Eduard van Beinum). Ik heb getracht in dit werk de sfeer van ieder gedicht zo nauwkeurig mogelijk te volgen (waarbij in 1935 veel voorbereidend overleg tussen dichter en componist heeft plaatsgevonden) door toepassing van een uiterst gedifferentieerde en doorzichtige instrumentatie, veel korte voor-, tussen- en naspelen en het nauwkeurig bepalen van de manier waarop de zangstem moet worden gebruikt (poco cantando, cantando, non cantando, bouche fermée, parlando). De gedichten werden gekozen uit Nijhoffs gedichtencyclus 'Vormen.' De volgorde van de vier gedichten mag niet worden veranderd. De veelvuldig optredende halftinten, de vaak schemerige klanken en de weemoedige sfeer van de eerste drie klankgedichten monden tenslotte uit in het vierde lied: Clown. Men krijgt, als het ware, de gedichten niet te horen als 'gedicht' met alle specifieke eigenschappen daarvan, maar veel meer als 'ondertiteling'
van de sfeer der muziek, welke op haar beurt de inhoud van het gedicht nauwkeurig volgt. Zo kon het bijvoorbeeld gebeuren dat ik voor de twee laatste regels van het Clownslied (Ik leun op 't plein, waar de lantaren brandt, tegen den paal, en keur mijn daden goed) niet minder dan 25 maten nodig had. - PIET KETTING

Interesse
Heeft u interesse om dit werk aan te schaffen? Laat ons dit dan vrijblijvend weten zodat we dit werken met voorrang kunnen digitaliseren.
Naam
E-mail