componist
Toen Robert Heppener in 2009 stierf, werd hij betreurd als de nestor van de Nederlandse componisten. Zijn muziek was echter niet altijd geliefd. Aan de vernieuwingsdrang van het serialisme liet ...
gerelateerde werken
Nachklänge : for chamber choir a cappella, (1977) / Robert Heppener
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor
Bezetting:
4sopr 4alt 4ten 4bas
Chamber Symphony no. 1 : for string orchestra, opus 27a / Marijn Simons
Genre:
Orkest
Subgenre:
Strijkorkest
Bezetting:
5vl 2vla 2vlc cb
Divertissement : pour orchestre à cordes, 1952 / Simon Pluister
Genre:
Orkest
Subgenre:
Strijkorkest
Bezetting:
str
Pour les cordes : pour orchestre à cordes, opus 942, 1997 / Jan van Dijk
Genre:
Orkest
Subgenre:
Strijkorkest
Bezetting:
str
compositie
Scherzi : per archi / Robert Heppener
Toelichting:
Program note (Dutch): Het werk is opgebouwd uit zes deeltjes, die zonder onderbreking in elkaar overgaan. Het betrekkelijk lange eerste gedeelte vormt met het laatste (dat er een gevarieerde herhaling van is) een omlijsting, waarbinnen vier kleine segmenten een plaats hebben. Ondanks het ontbreken van een uitgesproken tempocontrast (zoals de titel aangeeft hebben alle gedeelten een snel tempo) is er toch nog enig verschil in karakter bij de verschillende onderdelen; en door het snelle wisselen van expressie en dynamiek is de overheersende indruk die van een vluchtig, ongrijpbaar stuk, dat - al duurt het ongeveer tien minuten - voorbij zal zijn vóór de luisteraar de contouren ervan bewust in zich zal hebben opgenomen. Op deze wijze heb ik de titel 'Scherzi' geïnterpreteerd. Het aanwezige materiaal - een strijkorkest in kamerorkestbezetting - heeft uiteraard de klankwereld van dit stuk mede bepaald. Zo is in het eerste en het laatste gedeelte de rol van de individuele spelers opvallend: de eerste 37
maten bijvoorbeeld zijn vrijwel uitsluitend solistisch. Een steeds herhaalde toon (later uitgroeiend tot een korte melodische formule) zwerft als het ware door het orkest alvorens in het midden (de 4 altviolen) te bereiken, waar deze gedachte verder ontwikkeld wordt en tot het eerste tutti voert. Andersom lost het slot zich op in een louter solistisch geïnstrumenteerde samenklank. - ROBERT HEPPENER