gerelateerde werken
Syntaxis II : voor symphonieorkest / Ton de Leeuw
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
3fl fl(pic) 4ob 4cl 4rfg 4h 4trp 4trb tb 3perc hp pf(cel) str
Quintessence : for chamber choir, 1998 / Richard Sims
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor
Bezetting:
GK4
Magnificat : for soprano and mixed choir, 1985 / Carlos Micháns
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor
Bezetting:
sopr GK
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor; Zangstem(men) en multimedia met of zonder instrument(en)
Bezetting:
GK4 tape
compositie
Lamento pacis III : for choir and instruments on texts of Erasmus / Ton de Leeuw
Overige auteurs:
Erasmus, Desiderius
(Tekstdichter/librettist)
Ockeghem, Johannes
(Op een thema van)
Leeuw, Ton de
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): (Première: 14 juni 1969 - NCRV Vocaal Ensemble en Slagwerkgroep Amsterdam o.l.v. Marinus Voorberg - Holland Festival) - Querela Pacis werd door Erasmus in 1517 voltooid. Deze Klacht van de Vrede geeft ons een frappant beeld van de onrustige politieke situatie in die jaren. Het bevat een groot aantal aanklachten tegen vrijwel alle leidende personen en instellingen uit het politieke, maatschappelijke en religieuze leven, en culmineert in een oproep tot werkelijke vrede, die in zijn machteloosheid even pathetisch aandoet als overeenkomstige pleidooien uit onze tijd. Niets in het oeuvre van Erasmus kan daarom beter een brug slaan naar onze eigen tijd. Deze tekst diende als basis voor een compositie voor 16-stemmig koor en 9 instrumentalisten. Gebruik werd gemaakt van slechts enkele, geselecteerde fragmenten uit deze tekst. Het ging me daarbij meer om de ideële inhoud dan om de directe verstaanbaarheid ervan. Dit laatste wordt vrijwel uitgesloten doordat het koor de oorspronkelijke
Latijnse versie handhaaft, en door de complexe wijze van tekstbehandeling. De compositie heeft drie delen, die in karakter zeer van elkaar verschillen (ze kunnen ook afzonderlijk worden uitgevoerd). Aan het begin van het derde deel vormen alle uitvoerders één gesloten groep. Door ruimtelijke spreiding der musici vindt een geleidelijke ontbinding plaats, die uitmondt in een complete ruimtelijke desintegratie. Op dat moment zijn alle uitvoerders als geïsoleerde individuen over de ruimte verspreid, en zingen - ieder voor zich - nog slechts brokstukken van de vroegere muziek. Dit deel begint met een letterlijk (ritmisch) citaat uit de Missa Mi-Mi van Ockeghem, dat een indicatie is voor de derde hommage in deze compositie, te weten aan Johannes Ockeghem, grootmeester der polyfonie, een oudere tijdgenoot van Erasmus. - TON DE LEEUW