gerelateerde werken
Del iubilo del core che esce in voce : 16 voci, 1974 / poesia da Iacopone da Todi, Robert Heppener
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor
Bezetting:
4sopr 4alt 4ten 4bas
Quattro stagioni : for 4 basset recorders, 1993 / Boudewijn Tarenskeen
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Blokfluit
Bezetting:
4rec-basset
Kleur bekennen : voor blokfluit solo, 1994 / Marianne Verbrugge
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Blokfluit
Bezetting:
rec-t(rec-s)
Trois images : opus 139, pour flûte à bec solo (ténor et basse), 1987 / Louis Toebosch
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Blokfluit
Bezetting:
rec-t(rec-b)
compositie
Toonladder : = (Scale), for alto recorder solo, 1991 / Robert Heppener
Overige auteurs:
Heppener, Robert
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): Vanuit de begintoon g' zoekt de blokfluitist zijn weg omhoog: een ladder van twee octaven. Op deze weg omhoog ontstaan allerlei toonverbindingen en melodische relaties. Ritmisch en dynamisch en ook wat het tempo betreft is er een groei te horen. Naar het hoogtepunt toe komt steeds duidelijker een dalend snel figuurtje naar voren dat op een gegeven ogenblik blijkt toe te behoren aan de inzet van het lentelied 'Eco la primavera' (fortissimo gespeeld) van de 14e-eeuwse Florentijn Francesco Landini: een dalend toonladdermelodietje als een vogelroep. Deze frase met zijn chromatische draaiing blijkt achteraf bezien van invloed te zijn op het melodisch materiaal van deze ruim tien minuten durende compositie. De hele ontwikkeling naar boven van g' tot g''' neemt ongeveer driekwart van het stuk in beslag. Daarna draait de weg om: steeds zachter en langzamer tot de begintoon weer bereikt is. Dan volgt de zeer langzame eindfrase: de toonladder van g' tot g'', met op het laatst bijna
onhoorbaar nog één toon meer. Opmerkelijk voor de speeltechniek is het gebruik van de stem. In het begin o.a. om het 'zoekende' element te onderstrepen, later ook als intensivering van de klank. - ROBERT HEPPENER