componist
Klas Torstensson woont en werkt bijna zijn hele volwassen leven in Nederland, maar zijn muziek is grensoverschrijdend - in alle opzichten. Ondanks de duidelijk abstracte aard van zijn muziek is ...
gerelateerde werken
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem solo
Bezetting:
sopr(perc)
Interface : from "The esoteric garden", for mixed chorus and orchestra, MCMLXXI/II / Enrique Raxach
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en orkest; Elektronica en zangstem(men) met of zonder instrument(en)
Bezetting:
GK4 3343 4331 4perc el.g pf 2ham.org cb tape
La caduta : for tenor, bass baritone and soundtracks, 1990 / text by Bert Schierbeek, Ton Bruynèl
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Vocaal ensemble (2-12); Elektronica en zangstem(men) met of zonder instrument(en)
Bezetting:
ten bas-bar soundtracks
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en orkest; Elektronica en zangstem(men) met of zonder instrument(en)
Bezetting:
sopr-m 2221 2200 perc hp str(4.2.2.1.) tape (electronics ad lib.)
compositie
Urban songs : soprano, large ensemble, computers / Klas Torstensson
Overige auteurs:
Torstensson, Klas
(tekstdichter/librettist)
Toelichting:
Program note (Dutch): [Première: 25 februari 1993 - Centre Georges Pompidou, Parijs - Charlotte Riedijk, Ensemble InterContemporain o.l.v. David Robertson] - Als componist voel ik mij aangetrokken tot het schrijven van series - of 'families' - van composities om mij zodoende voor een langere periode te kunnen concentreren op een specifiek probleem of specifieke probleemstelling. Een voorbeeld hiervan is mijn triptiek Licks & Brains voor saxofoons en ensemble (1987-'88). In het geval van Urban Songs voor sopraan, groot ensemble en computers, is de 'familie' klein; behalve dit stuk is het enige andere 'familielid' een compositie voor sopraan solo, Urban Solo (eveneens geschreven voor Charlotte Riedijk). Het traditionele Libanese volkslied Abu Zeluf - zoals gezongen door de zangeres Dunya Yunis - zou misschien ook tot deze 'familie' kunnen worden gerekend; zowel Urban Solo als Urban Songs (eerste lied) zijn gedeeltelijk geïnspireerd door dit liedje. Het liedje wordt echter nooit geciteerd; we moeten
de overeenkomsten eerder zoeken in bepaalde soorten ornamentiek en in de gebezigde spraakklanken (ontdaan van hun oorspronkelijke semantische betekenis!). Is het eerste deel (lied) - in weerwil van de titel van de compositie - in bepaalde opzichten 'ruraal' te noemen, het tweede deel (lied) is uitgesproken 'urbaan' van karakter. Het refereert niet alleen aan een 'stedelijke' muziekstijl (het zal vast niemand ontgaan welke muziek er wordt bedoeld), maar ook de 'montage'-achtige structuur zou ondenkbaar zijn zonder stedelijke technologieën zoals bijvoorbeeld de samplingtechniek. - KLAS TORSTENSSON