gerelateerde werken
Genre:
Opera, muziektheater
Subgenre:
Opera
Bezetting:
sopr ten bar bas-bar 3343 2sax 4332 timp 5perc hp g-b acc pf 2synth str
Icarus : a radiofonic oratorio, opus 77, Amsterdam 1-I-1963 / Lex van Delden
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en orkest; Zangstem(men) en multimedia met of zonder instrument(en)
Bezetting:
recit sopr alt bar GK4 2332 2000 timp perc hp str tape electronics
Schumann’s Ghosts : for soprano ad lib. and ensemble / Luc Brewaeys
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en groot ensemble
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor; Zangstem(men) en multimedia met of zonder instrument(en)
Bezetting:
3GK4 (4recit electronics ad lib.)
compositie
Urban songs : soprano, large ensemble, computers / Klas Torstensson
Overige auteurs:
Torstensson, Klas
(Tekstdichter/librettist)
Torstensson, Klas
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): [Première: 25 februari 1993 - Centre Georges Pompidou, Parijs - Charlotte Riedijk, Ensemble InterContemporain o.l.v. David Robertson] - Als componist voel ik mij aangetrokken tot het schrijven van series - of 'families' - van composities om mij zodoende voor een langere periode te kunnen concentreren op een specifiek probleem of specifieke probleemstelling. Een voorbeeld hiervan is mijn triptiek Licks & Brains voor saxofoons en ensemble (1987-'88). In het geval van Urban Songs voor sopraan, groot ensemble en computers, is de 'familie' klein; behalve dit stuk is het enige andere 'familielid' een compositie voor sopraan solo, Urban Solo (eveneens geschreven voor Charlotte Riedijk). Het traditionele Libanese volkslied Abu Zeluf - zoals gezongen door de zangeres Dunya Yunis - zou misschien ook tot deze 'familie' kunnen worden gerekend; zowel Urban Solo als Urban Songs (eerste lied) zijn gedeeltelijk geïnspireerd door dit liedje. Het liedje wordt echter nooit geciteerd; we moeten
de overeenkomsten eerder zoeken in bepaalde soorten ornamentiek en in de gebezigde spraakklanken (ontdaan van hun oorspronkelijke semantische betekenis!). Is het eerste deel (lied) - in weerwil van de titel van de compositie - in bepaalde opzichten 'ruraal' te noemen, het tweede deel (lied) is uitgesproken 'urbaan' van karakter. Het refereert niet alleen aan een 'stedelijke' muziekstijl (het zal vast niemand ontgaan welke muziek er wordt bedoeld), maar ook de 'montage'-achtige structuur zou ondenkbaar zijn zonder stedelijke technologieën zoals bijvoorbeeld de samplingtechniek. - KLAS TORSTENSSON