componist
The composer Klas Torstensson has lived and worked most of his adult life in the Netherlands, but his music crosses borders – in all respects. Despite the abstract nature of ...
gerelateerde werken
Elliott loves bebop : for two instrumental quartets / Klas Torstensson
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Gemengd ensemble (2-12 spelers)
Bezetting:
sax-a trb gtr perc vln vc pf perc
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en groot ensemble
Bezetting:
zang setar vn-solo vc-solo str
High octane : for voice and ensemble (both amplified), 1997 / on words by the composer, David Dramm
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en groot ensemble
Bezetting:
voice 1121 1111 perc g-b hp pf(synth) 2vl vla vc cb
A crossing place : for mezzo-soprano and instrumental ensemble, 1989 / Frank de Munnik
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en groot ensemble
Bezetting:
sopr-m 1121 1110 perc hp pf vl vla vc cb
compositie
Urban songs : soprano, large ensemble, computers / Klas Torstensson
Overige auteurs:
Torstensson, Klas
(tekstdichter/librettist)
Toelichting:
Program note (Dutch): [Première: 25 februari 1993 - Centre Georges Pompidou, Parijs - Charlotte Riedijk, Ensemble InterContemporain o.l.v. David Robertson] - Als componist voel ik mij aangetrokken tot het schrijven van series - of 'families' - van composities om mij zodoende voor een langere periode te kunnen concentreren op een specifiek probleem of specifieke probleemstelling. Een voorbeeld hiervan is mijn triptiek Licks & Brains voor saxofoons en ensemble (1987-'88). In het geval van Urban Songs voor sopraan, groot ensemble en computers, is de 'familie' klein; behalve dit stuk is het enige andere 'familielid' een compositie voor sopraan solo, Urban Solo (eveneens geschreven voor Charlotte Riedijk). Het traditionele Libanese volkslied Abu Zeluf - zoals gezongen door de zangeres Dunya Yunis - zou misschien ook tot deze 'familie' kunnen worden gerekend; zowel Urban Solo als Urban Songs (eerste lied) zijn gedeeltelijk geïnspireerd door dit liedje. Het liedje wordt echter nooit geciteerd; we moeten
de overeenkomsten eerder zoeken in bepaalde soorten ornamentiek en in de gebezigde spraakklanken (ontdaan van hun oorspronkelijke semantische betekenis!). Is het eerste deel (lied) - in weerwil van de titel van de compositie - in bepaalde opzichten 'ruraal' te noemen, het tweede deel (lied) is uitgesproken 'urbaan' van karakter. Het refereert niet alleen aan een 'stedelijke' muziekstijl (het zal vast niemand ontgaan welke muziek er wordt bedoeld), maar ook de 'montage'-achtige structuur zou ondenkbaar zijn zonder stedelijke technologieën zoals bijvoorbeeld de samplingtechniek. - KLAS TORSTENSSON