componist
Chiel Meijering was born in Amsterdam on June 15, 1954.
Education: He studied composition with Ton de Leeuw, percussion under Jan Labordus and Jan Pustjens and piano at the Amsterdam Conservatory ...
gerelateerde werken
24 capriccio's voor viool solo
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Viool
Bezetting:
vl
Great themes on vain glory : for ensemble, 2007 / Chiel Meijering
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Gemengd ensemble (2-11 spelers)
Bezetting:
fl ob cl(cl-b) fg(cfg) h hp pf vla cb
Musica per oboe, violoncello, arpa e percussione : (1970), opus 4 / Hendrik de Regt
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Gemengd ensemble (2-11 spelers)
Bezetting:
ob vc hp perc
Setting VII : for baritone saxophone (or bass clarinet) and 1 percussionist, 1985 / Walter Hekster
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Gemengd ensemble (2-11 spelers)
Bezetting:
sax-b/cl-b perc
compositie
No pain, no gain : for accordion and alto saxophone, 1993, revision 1994 / Chiel Meijering
Toelichting:
Program note (Dutch): De titel heeft betrekking op het na veel moeite verkregen resultaat. De musici moeten hard werken (extreme dynamiek, extreme tempi). De vrijkomende energie heeft zowel muzikale als ook een fysische betekenis. Een opwaarts gericht motief van drie tonen (b-g-cis) symboliseert het verlangen, zich van de aarde te bevrijden. In de trage akkoordbeweging komt onrust door een snel pendelmotief, dat geleidelijk meer en meer aan energie wint en uiteindelijk hoofdthema wordt. Men kan het stuk opvatten als het gevecht van de geest met de materie en de inspanning die het kost, ons van de zwaartekracht, die ons naar beneden trekt, te bevrijden. Hierin heeft ieder motief zijn 'symbolische' betekenis, zonder dat het stuk op zich symbolisch bedoeld is. Na al het zwoegen bereikt het stuk in maat 217 een moment van apotheose, wanneer accordeon en saxofoon zich verenigen in een melodie met begeleiding, een soort van klassiek moment van harmonie, dat echter spoedig weer ineenstort door een dalend
motiefje 'richting aarde' van de saxofoon. Ook het accordeon krijgt nu steeds meer dalend gerichte motieven (toenemende zwaartekracht), en het stuk dreigt een dramatische dalend gerichte wending te nemen. Echter, daadkrachtig stijgend gerichte motieven in de saxofoon met dubbele tongslag winnen steeds meer terrein, en nog eenmaal, eerder als reminiscentie, keert de klassieke 'melodie met accordeonbegeleiding' terug. Een krachtig stijgend motief met een kwintencirkel in de linkerhand van de accordeon geeft, als het ware symbolisch, aan dat de geest over de materie triomfeert. - CHIEL MEIJERING