gerelateerde werken
Where are you? : 1993 / Micha Hamel
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Strijktrio (viool, altviool, cello)
Bezetting:
vl vla vc
Passage : opus 65, for orchestra, 1987 / Jo van den Booren
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
2222 4231 timp str
Monument 11 : voor orkest / Caroline Berkenbosch
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
2picc 2fl 3ob eh 3cl cl-b 2fg 2cfg 4h 3tpt 3trb tb-cb 5perc 3hp pf str
Hexameron : 'Phagocitosis' : for orchestra / Jan Vriend
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
pic(fl) fl(pic) ob eh cl cl-b fg cfg 4h 2trp 2trb trb-b tb 3perc 4timp hp str
compositie
Vuurdoop : for orchestra, 1998 / Micha Hamel
Overige auteurs:
Hamel, Micha
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): [Première: 28 augustus 1998 - Concertgebouw, Amsterdam - Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. de finalisten Hans Leenders, Carlo Rizzari en Daisuke Soga] - In Vuurdoop heb ik geprobeerd met zeer eenvoudig materiaal verschillende aspecten van een orkest in één stuk te belichten. Als dirigent kan ik mij steeds sterker vinden in een 'well-made-piece', in die zin dat het orkestrale klanklichaam bepaalde eigenschappen heeft die door de eeuwen heen door musici, dirigenten en componisten zijn ontwikkeld en verfijnd en die de componist in het maken van een stuk kunnen dienen om een zo duidelijk mogelijk muzikaal betoog te formuleren en te laten klinken (belangrijk: LATEN klinken). In de late twintigste eeuw wordt een orkest bevolkt door musici die zowel technisch als muzikaal van alle markten thuis zijn. Kiezend uit een keur aan dempers, stokken, bij-instrumenten en speelmanieren heb ik getracht voor elke musicus een veelvormige partij te componeren waarin alle vormen van orkestspel op hoog
niveau in terug te vinden zijn. Zo is er voor de dirigent zoveel mogelijk om aan te werken en voor de musicus zoveel mogelijk eer te behalen. Dit orkestrale componeren heeft vanuit het gezichtspunt van het moderne project een conservatieve kant, omdat het niet uitgaat van het concept van vernieuwing maar van een acceptatie van de idiomatiek van de instrumenten met daarbij de op menselijk niveau geldende conventies binnen het orkestrale apparaat. Vanuit een orkestmusicus in een repetitieproces gezien kan het heel storend zijn om steeds dezelfde 'soort' noten te moeten spelen dan wel voor de dirigent om alleen maar aan bijvoorbeeld gelijkheid of balans te moeten of te kunnen werken. Aangezien dit werk gecomponeerd is voor een dirigentenconcours heb ik geprobeerd hen een stuk te geven waar veel aan te sleutelen viel. Zo zijn er passages waar de strijkersklank het onderwerp van aandacht is, dan weer het ritmische samenspel tussen hout en koper of de kwaliteit van een fortissimo dan wel het
laten lukken van moeilijke flageoletten. Zo heb ik geprobeerd in zeven minuten langs de belangrijkste problemen van het dirigeren te gaan, langs alle verglijdende schalen van soli naar tutti, van ritmisch exact tot lyrisch getimed spelen, van allegro tot lamento, van streektechniek tot slagwerkcultuur; van unisono tot elftoonsharmoniën, van zuiver spelen met verschillende dempers tot het takteren van moeilijke maatsoorten. Om dit allemaal te kunnen incorporeren, en virtuositeit slechts geldig is als het op een muzikale gedachte gestoeld is, ben ik uitgegaan van een uiterst beperkt materiaal dat binnen een strenge vormopzet zo helder en eenduidig mogelijk wordt verwerkt. Bovendien staat het werk op papier althans in één tempo. - MICHA HAMEL