componist
Rudolf Escher is een componist die componeert voor het oor - en niet om tegemoet te komen aan een ander buitenmuzikaal principe. Hij schrijft een relatief klein oeuvre van orkestwerken, ...
gerelateerde werken
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en orkest
Bezetting:
ten 2021 1000 timp 3perc cel hp str(4.4.4.4.2.)
Permutazioni sinfoniche : per orchestra, (1957) / Guillaume Landré
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
3332 4330 timp perc xyl str
Ballet-Suite : voor orkest / Hendrik Andriessen, 1947
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
pic 2fl 2ob 2cl 2fg 4h 3trp 3trb tb timp perc cel hp str
Zes adagio's : = (Six adagios), for orchestra, 1940 / Willem Pijper
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
2fl 2ob 2cl 2fg (cfg ad lib). 2h 3trp 3trb perc pf str
compositie
Symphony II : for orchestra, 1958, (revised version 1980) / Rudolf Escher
Bevat:
Lento
Vivo
Tranquillo
Passacaglia (Larghetto con grazia)
Toelichting:
Program note (Dutch): (Première: 19-1-1959 - Groningen - Nederlands Studenten Orkest o.l.v. Jan Brussen) - De eerste versie van deze symfonie werd in 1958 gecomponeerd in opdracht van de afdeling Nederland van een Amerikaanse farmaceutische industrie met de bedoeling dat zij uitgevoerd zou kunnen worden door een goed amateurorkest. De eerste reeks uitvoeringen van deze oorspronkelijke versie werd dan ook gegeven door het Nederlands Studenten Orkest onder leiding van Jan Brussen tijdens zijn tournee in 1959. Toen echter geen enkele der ruim zestig Nederlandse amateurorkesten enige belangstelling voor het werk bleek te bezitten, heb ik het in 1964 herschreven en er ook later nog enige retouches in aangebracht. In deze nieuwe versie, die mij in compositorisch opzicht een veel ruimere armslag gaf, werd met de uitvoerbaarheid door amateurs geen rekening meer gehouden. Niet alleen kon nu bijvoorbeeld de motoriek van het snelle tweede deel overal werkelijk volgehouden worden, ook in ritmisch en metrisch
opzicht werd de flexibiliteit aanmerkelijk genuanceerder. Kortom, in alle delen veranderde zowel de structuur als de instrumentatie zozeer, dat practisch van een nieuw werk sprake was. De enige instrumentale karakteristiek die behouden bleef is de kleine bezetting van hout- en koperblazers en het ontbreken van trombones en tuba. Daarentegen werd het slagwerk aanzienlijk uitgebreid, de enkele harp door twee harpen vervangen en een piano aan het instrumentarium toegevoegd. Verder werd de elektronische versterking voorgeschreven van de klokken, en van de vibrafoon, klokken en piano tijdens het slotakkoord (deel IV). - RUDOLF ESCHER