componist
Hans Henkemans is een vooraanstaande Nederlandse pianist en componist uit de twintigste eeuw. Zijn composities omvatten orkestrale en vocale werken, kamermuziek en een opera. Hij treedt vijfentwintig jaar lang op ...
gerelateerde werken
Sonate voor cello en piano : 1936 / Hans Henkemans
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Cello en toetsinstrument
Bezetting:
vc pf
Concerto : for piccolo and orchestra / Robert Groslot
Genre:
Orkest
Subgenre:
Fluit en orkest
Bezetting:
picc-solo 2fl 2ob 2cl 2fg 2h 2tpt 2trb tb 3perc hp str
Toward the edge of night : for flute and chamber orchestra, 1989 / Walter Hekster
Genre:
Orkest
Subgenre:
Fluit en orkest
Bezetting:
0221 1110 4perc hp pf str fl-solo
Concerto : per due flauti e orchestra, opus 29, 1956 / Jan Masséus
Genre:
Orkest
Subgenre:
Fluit en orkest
Bezetting:
0023 4221 timp perc str 2fl-solo
compositie
Élégies : pour quatre flûtes et orchestre, 1967 / Hans Henkemans
Toelichting:
Program note (Dutch): (Première: 18-10-1967 - Utrecht - Marius Ruysink, Hans Bolland, Thom Reinders, Charles Havelaar, Utrechts Symphonie Orkest o.l.v. Paul Hupperts). De compositie bestaat uit vier korte, in elkaar overgaande delen, die, elk op hun wijze, als het ware een commentaar op de droefheid zijn. De bouw van het gehele werk is zeer vrij, zij het dat tegen het einde van het laatste fragment korte reminiscenties aan het begin optreden, waardoor een zekere eenheid in de hand gewerkt wordt.
De eerste van de vier elegieën bestaat, bij handhaving van sfeer en tempo, uit twee delen (waarvan het eerste als inleiding van het gehele werk fungeert en een belangrijk gedeelte van het te gebruiken thematische materiaal laat horen); de orkestbegeleiding is toevertrouwd aan de blazersgroep (hoofdzakelijk aan het koper). De direct daarop volgende tweede elegie combineert een geagiteerde en enigszins dreigende strijkersbegeleiding met het soms klagende, soms fel 'uitvallende' spel van de vier fluiten. Dit fragment sluit via een generale pauze aan op het verstilde en sombere derde deel, waarvan de begeleiding thans berust bij het gehele, doorgaans in kleine groepen spelende orkest. Een enigszins beschouwend vierde deel, gehouden in het uiterste pianissimo, sluit het werk af. - HANS HENKEMANS