gerelateerde werken
Midare : for marimba, (1972) / Ton de Leeuw
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Slagwerk
Bezetting:
mar
De toren van Babel : oratorio for 6 singers, choir and baroque orchestra, 1998 / Hans Koolmees
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en instrumenten
Bezetting:
sopr alt 2ten bar bas GK6 3rec 2201 2ob-c/ob-am 0230 perc lute org 8vl(vla-am) 3vla 2vc cb/vlo
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en instrumenten
Bezetting:
GK8 timp 4perc vibr(mar) cel 2pf
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en instrumenten
Bezetting:
GK4 corn fg trb-a trb-ten 2vn vc violone org
compositie
Lamento pacis II : for choir and instruments / on texts of Erasmus, Ton de Leeuw
Overige auteurs:
Erasmus, Desiderius
(Tekstdichter/librettist)
Leeuw, Ton de
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): (Première: 14 juni 1969 - NCRV Vocaal Ensemble en Slagwerkgroep Amsterdam o.l.v. Marinus Voorberg - Holland Festival) - Querela Pacis werd door Erasmus in 1517 voltooid. Deze Klacht van de Vrede geeft ons een frappant beeld van de onrustige politieke situatie in die jaren. Het bevat een groot aantal aanklachten tegen vrijwel alle leidende personen en instellingen uit het politieke, maatschappelijke en religieuze leven, en culmineert in een oproep tot werkelijke vrede, die in zijn machteloosheid even pathetisch aandoet als overeenkomstige pleidooien uit onze tijd. Niets in het oeuvre van Erasmus kan daarom beter een brug slaan naar onze eigen tijd. Deze tekst diende als basis voor een compositie voor 16-stemmig koor en 9 instrumentalisten. Gebruik werd gemaakt van slechts enkele, geselecteerde fragmenten uit deze tekst. Het ging me daarbij meer om de ideële inhoud dan om de directe verstaanbaarheid ervan. Dit laatste wordt vrijwel uitgesloten doordat het koor de oorspronkelijke
Latijnse versie handhaaft, en door de complexe wijze van tekstbehandeling. De compositie heeft drie delen, die in karakter zeer van elkaar verschillen (ze kunnen ook afzonderlijk worden uitgevoerd). Het tweede deel wordt gevormd door vier ruimtelijk gescheiden groepen, ieder op zich uiteraard kleiner van omvang dan in het eerste deel. In feite werd dit deel het eerste gecomponeerd, en wel direct na een reis naar Japan, waar vooral een nadere kennismaking met het Noh-theater een overweldigende indruk achterliet. Middeleeuws-Japanse technieken zijn hier versmolten met hedendaagse westerse concepties. Dit deel - dat aan de uitvoerders de hoogste eisen van concentratie stelt - is daarom een hommage aan Zeami, één van de grote stichters van het Noh-drama. - TON DE LEEUW