gerelateerde werken

Midare : for marimba, (1972) / Ton de Leeuw

Genre: Kamermuziek
Subgenre: Slagwerk
Bezetting: mar

Sine nomine : for soprano & chamber orchestra, (1973) / Enrique Raxach

Genre: Vocaal
Subgenre: Zangstem en orkest; Zangstem(men) en multimedia met of zonder instrument(en)
Bezetting: sopr 2222 sax-a 2220 2perc el.g hp man ham.org cemb (pf synth ad lib.) str(8.5.5.4.2.) tape

Sonnettenkring : acht liederen, voor een lage stem en kamerorkest, op. 130a / naar gedichten van Albert Verwey, Herman Mulder

Genre: Vocaal
Subgenre: Zangstem en orkest
Bezetting: low 2232 2000 hp str

L' aube spirituelle : pour chant et orchestre / sonnet de Ch. Baudelaire, par Hendrik Andriessen

Genre: Vocaal
Subgenre: Zangstem en orkest
Bezetting: sopr-m 2222 2000 str

 

compositie

Brabant : symfonisch lied voor middenstem en orkest / muziek Ton de Leeuw, op tekst van Harriet Laurey

Uitgever: Amsterdam: Donemus, cop. 1960
Uitgavenummer: 07085
Genre: Vocaal
Subgenre: Zangstem en orkest
Bezetting: medium 3333 4331 timp 2perc cel hp str
Bijzonderheden: In opdracht van het Brabants Orkest. - Jaar van comp.: 1959. - Tijdsduur: ca. 10'
Tijdsduur: 10'00"
Compositiejaar: 1959
Status: nog niet gedigitaliseerd (verwachte levertijd 14 dagen)

Overige auteurs:
Laurey, Harriet (Tekstdichter/librettist)
Leeuw, Ton de (Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): (Première: 6-5-1960 - Breda - Wilhelmina Matthès, Brabants Orkest o.l.v. Hein Jordans).
Het aan dit lied ten grondslag liggende gedicht van Harriet Laurey is een loflied op Brabant. De zuivere, ingetogen toon van dit gedicht is bepalend geworden voor de sfeer van de muziek. Deze gebruikt zelden de grote klankexpansies van het romantische orkest, maar verloopt eerder in een welhaast kamermuziekachtige stijl, met een sterk accent op de kleurwerking.
Het woord 'Brabant' aan het begin en het slot van het gedicht krijgt in de muziek een extra betekenis, daar het solistisch gezongen wordt, in lange, melismatische lijnen. Het werk begint dus met deze solo, die ook voor het verdere verloop van groot belang blijkt te zijn. Hij bevat namelijk al het tonenmateriaal van de compositie, in de vorm van drie twaalftoonreeksen. De twaalftoontechniek wordt in dit werk echter op vrije wijze toegepast. De drie reeksen dienen ertoe om de diverse muzikale situaties bij de tekst te karakteriseren. Als voorbeeld van een dergelijke situatie moge hier slechts genoemd worden de passage waar de tekst luidt: "en nergens is het kinderlijk geluid zo zuiver afgestemd op vogelzingen". Over langzame, diepe bastonen en verre kopersignalen horen we hier in de houtblazers korte, over elkaar buitelende motiefjes - canonisch - die als een gestileerde uitbeelding van deze zin kunnen gelden. - TON DE LEEUW

Interesse
Heeft u interesse om dit werk aan te schaffen? Laat ons dit dan vrijblijvend weten zodat we dit werken met voorrang kunnen digitaliseren.
Naam
E-mail